Samenvatting
Halverwege de twintigste eeuw beleefde de cinema zijn gouden jaren. Nooit gingen er zo veel mensen naar de film, waren er zo veel bioscopen en werden er zo veel filmaffiches aangeplakt als toen. Dit veranderde vanaf de jaren zestig toen de televisie de woonkamers veroverde en de auto uitnodigde tot uitstapjes en reizen. Tijdens de jaren dertig, veertig en vijftig bloeide de Belgische cinemacultuur niet alleen in steden als Brussel en Antwerpen, waar de filmdistributeurs en de drukkerijen van filmaffiches waren gevestigd. Als het op filmbeleving aankwam, was ook Gent een filmstad van formaat. Het meest tot de verbeelding spreekt de enorme collectie van ruim negenduizend, vooral Belgische filmaffiches, afkomstig uit het archief van de stedelijke politie en bewaard in Archief Gent. Zeldzame foto’s, bouwplannen, filmprogrammaties, archiefdocumenten en interviews met de cinemabezoekers van toen vervolledigen ons beeld van de meer dan dertig bioscopen die Gent toen telde, van de luxueuze filmtheaters in het stadscentrum tot de bescheiden cinemazalen in de wijken.