Samenvatting
In dit boek beschrijft historica Mieke van Baarsel de geschiedenis van de Leidse medische faculteit en het academisch ziekenhuis in de negentiende en twintigste eeuw.
Begin negentiende eeuw stond de Leidse medische faculteit er slecht voor. Hoogleraren gaven nog college in het Latijn en haalden hun inspiratie uit de geschriften van grote voorgangers als Boerhaave. Het aantal geneeskundestudenten bereikte halverwege de eeuw een dieptepunt. Mede als gevolg van grote epidemieën – cholera, tuberculose – en vooral door buitenlands voorbeeld veranderde dat. Gedreven artsen en onderzoekers zochten aansluiting bij internationale ontwikkelingen in de wetenschap. Ook ijverden ze voor een echt academisch ziekenhuis. De geneeskunde transformeerde en explodeerde, en daarmee ook de ziekenhuizen en de verpleegpraktijk. De rijksoverheid klaagde over de ‘tonnen gouds’, die dat kostte.
Leiden nam een eigen plaats in tussen de academische centra. Met een armenziekenhuis dat uitsluitend voor het onderwijs was bedoeld, maar waar hoogleraren als betrokken artsen toch zoveel mogelijk patiënten toelieten. Met nieuwbouwdrama’s, maar ook met eminente artsen en onderzoekers als Rosenstein, Einthoven, Zaaijer, Van Rood en Van der Eb.
Mieke van Baarsel werkte bij het Leids Universitair Medisch Centrum als hoofd- en eindredacteur.