Samenvatting
In november van 1886 waagt de kunstenaar Jacobus van Looy zich tijdens een gedurfde studiereis over de golven van Cadiz naar het mysterieuze Spaans Marokko. Zijn doel: een vruchtbare bodem vinden voor zijn penseelstreken en zijn geest voeden met nieuwe, onbekende indrukken. Te midden van deze zoektocht is Van Looy echter doordrenkt met brieven uit zijn geboorteland, Holland. Geschreven door jonge schilders en schrijvers uit het bruisende Amsterdam, wekken deze brieven eerder ergernis dan steun op in zijn worsteling met de onbekende omgeving en zijn innerlijke demonen. Uit deze turbulente periode in het betoverende Tanger ontstaat na Van Looy's terugkeer naar Amsterdam het intrigerende verhaal "Gekken".
De hoofdrolspeler in dit krachtig autobiografische werk is de jonge schilder Johan, die in een duister café in contact komt met een bizar gezelschap van zonderlinge individuen. In de kleurrijke Afrikaanse stad wordt hij tevens geconfronteerd met een hallucinante processie van "gekken", die daar worden vereerd als heiligen. De suggestieve beschrijving van dit tafereel vormt het hoogtepunt van het verhaal, geschreven in een stijl die nu eens modern zakelijk is en dan weer intens bewogen en gedurfd impressionistisch. Het canvas van avontuur en mysterie wordt op doek gebracht, en de zoektocht van de kunstenaar wordt een meeslepende reis door de schaduwrijke uithoeken van zijn ziel.