Samenvatting
Deel 2 in de "Geert en Bowien-mysteries" Onafhankelijk van het vorige deel te lezen. Het is inderdaad een hond. Een lang en dun scharminkel. Voskleurig, dat wel. Maar onmiskenbaar een hond, die nu van de landbouwmachines en opgewonden jagers probeert weg te vluchten. 'Een windhond,' roept Bowien en grijpt Geert bij zijn arm. 'Hij kreupelt, zie je dat? Ze moeten hem niet opjagen! Alsjeblieft: laten ze hem niet opjagen!' De aanleg van een golfbaan zorgt voor grote onrust op Westeresch. Het beekdal gaat op de schop en er verdwijnen nog meer bomen dan er door de herfststorm al zijn omgewaaid. Ebbe, de hond van oma Willemien, is erg zenuwachtig van het gedoe, en Geert en Bowien maken er zelfs ruzie om. Maar die ruzie duurt niet lang, want andere zaken vragen hun aandacht. Zoals de verwonding van Ebbe, een onbekende hazewindhond, die ook al gewond is en ervandoor gaat, diefstallen, stropers... En wat bezielt oma Willemien met haar geheimzinnige uitstapjes? Net als Geert en Bowien denken het hele mysterie te hebben opgelost, wordt de jacht op Westeresch pas echt geopend...