Samenvatting
Achtendertig was Jeanne Bieruma Oosting toen ze zichzelf in 1936 op een Parijse expositie zelfbewust presenteerde als schilderes. Haar Zelfportret in werkkiel drukt triomf uit. Ze had dan ook een lange strijd moeten leveren voor ze zich op deze manier durfde uit te beelden. Volgens de conservatieve opvattingen van haar puissant rijke Friese familie hadden meisjes maar één doel in het leven: trouwen en kinderen krijgen. Werken was taboe. Die strijd was niet voorbij toen Oosting zich eenmaal aan haar milieu had ontworsteld. Ook als kunstenares kreeg ze te maken met de nodige seksevooroordelen. Het schokkende grafische werk dat ze in de jaren dertig produceerde werd tegelijk geprezen als pionierswerk én bekritiseerd als ‘onvrouwelijk’. In Geen tijd verliezen schetst Jolande Withuis met een schat aan materiaal het leven, de liefdes (m/v), de vriendschappen en de lange, veelzijdige loopbaan van een van Nederlands meest gerenommeerde beeldend kunstenaressen. Haar correspondenties met kunstenaarsvrienden als Ida Gerhardt, Charlotte van Pallandt en Adriaan Roland Holst, en de intieme brieven van haar ouders waren een goudmijn voor de auteur. Het resultaat is een springlevend en aangrijpend portret van een begaafde, fascinerende en moedige vrouw.