Samenvatting
Liefste Lieveling, We staan op de weg op de trein te wachten. Het heeft zo moeten zijn, schat. We gaan met opgeheven hoofd en de moed erin. Bedankt voor alles wat je voor me hebt gedaan. Ik hoop dat je deze kaart nog ontvangt […]. Tot na de oorlog, schat… Deze woorden werden geschreven in Amsterdam op 23 september 1942. Ze waren gericht aan een dierbare in Arnhem die de kaart een maand later ontving. De schrijver ging op weg naar het kamp Westerbork, vanwaar hem een transport naar Duitsland wachtte, een reis in het ongewisse. Cécile Oranje (1953) heeft jeugdherinneringen van anderen aan de Tweede Wereldoorlog vastgelegd. Van Nederlanders en Duitsers. Zij heeft Duits gestudeerd en dat maakte de gesprekken over de grens mogelijk en in een vertrouwelijke sfeer, die bij Nederlanders wat vanzelfsprekender was. Neerlandicus Jan Postema (1943) heeft een niet aflatende belangstelling voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. De verhalen van de geïnterviewden prikkelden hem om als buitenstaander er inleidingen bij te schrijven zodat de authentieke woorden van laatstgenoemden in een breed en begrijpelijk verband kwamen te staan. Het resultaat is een geschiedenisboek over de Tweede Wereldoorlog met tien persoonlijke verhalen uit Nederland en Duitsland.
Liefste Lieveling, We staan op de weg op de trein te wachten. Het heeft zo moeten zijn, schat. We gaan met opgeheven hoofd en de moed erin. Bedankt voor alles wat je voor me hebt gedaan. Ik hoop dat je deze kaart nog ontvangt […]. Tot na de oorlog, schat… Deze woorden werden geschreven in Amsterdam op 23 september 1942. Ze waren gericht aan een dierbare in Arnhem die de kaart een maand later ontving. De schrijver ging op weg naar het kamp Westerbork, vanwaar hem een transport naar Duitsland wachtte, een reis in het ongewisse. Cécile Oranje (1953) heeft jeugdherinneringen van anderen aan de Tweede Wereldoorlog vastgelegd. Van Nederlanders en Duitsers. Zij heeft Duits gestudeerd en dat maakte de gesprekken over de grens mogelijk en in een vertrouwelijke sfeer, die bij Nederlanders wat vanzelfsprekender was. Neerlandicus Jan Postema (1943) heeft een niet aflatende belangstelling voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. De verhalen van de geïnterviewden prikkelden hem om als buitenstaander er inleidingen bij te schrijven zodat de authentieke woorden van laatstgenoemden in een breed en begrijpelijk verband kwamen te staan. Het resultaat is een geschiedenisboek over de Tweede Wereldoorlog met tien persoonlijke verhalen uit Nederland en Duitsland.