Samenvatting
Taal is alles voor Hilda de Windt Ayoubi. Als kind van Libanese ouders groeide ze op te Curaçao. Desalniettemin noemt ze zichzelf 'analfabeet in het Libanees'. Met name 'minderheidstalen' zoals het Papiamentu draagt ze een warm hart toe. Haar interesse voor tweetaligheid, meertaligheid, codewisseling, taalcontact, mediataal, en de sociale en emotionele implicaties van het behoud of verlies van moedertalen, vormde de basis voor deze indrukwekkende, deels tweetalige dichtbundel. Geef me je taal. Dat ik je beter versta is een ode aan taal en aan hen die zich daarvoor inzetten. In het bijzonder de twee linguïsten die veel betekenden voor het Papiamentu: Frank Martinus Arion en, tevens voor andere inheemse talen, Pieter Muysken. Arion die de eerste school met Papiamentu als instructietaal heeft opgericht, Muysken die vele inheemse talen van Zuid-Amerika voor de ondergang behoedde, door ze te onderzoeken en te registreren. De bundel bestaat uit drie onderdelen: 'Taal staat nooit stil', waar in gedichten het belang van taal en het behoud van met name de kleine talen wordt behandeld; 'Wond en balsem', het deel dat ingaat op Arions leven, zijn poëzie en zijn roman Dubbelspel, Muyskens conserveren van talloze Indiaanse, Zuid-Afrikaanse en Creoolse talen van Suriname en zijn bijdrage aan het Papiamentu van de Benedenwindse Eilanden, en 'Papiamentu voor altijd', het haast vanzelfsprekende sluitstuk van deze bundel in tweetalige gedichten: Duna mi bo idioma. Pa mi por komprondé bo mihó. Het boek bevat ook een bibliografie en een omvangrijk deel met notities. 'Een taal is niet dood, een taal leeft, groeit, neemt over van andere talen, leent aan andere talen. Hoewel elke taal regels heeft, kan niets dit natuurlijk proces stoppen', leerde Hilda de Windt Ayoubi van Arion en Muysken. Dat ze hun wijze woorden ten harte heeft genomen blijkt uit deze imposante dichtbundel: Degene die de taal en cultuur der minderheden helpt conserveren helpt tevens bij de herleving van de wereldvrede. Hilda de Windt Ayoubi (Curaçao, 1951) hield zich haar hele leven bezig met Taal. Ze was 30 jaar lang leraar Spaanse Taal aan de middelbare school en acht jaar docent Communicatie en Pedagogiek op de Universiteit van Curaçao. Op Curaçao is zij bekend om haar jarenlange publicaties van gedichten in vier talen in de krant Amigoe en om haar vertaling E Profeta in het Papiamentu van het wereldbekende boek The Prophet van de Libanees-Amerikaanse schrijver Kahlil Gibran. Ze kreeg er in 2015 de Award van de George and Lisa Zakhem Kahlil Gibran-leerstoel aan de Universiteit van Maryland voor: 'The most outstanding achievement of the last ten years.' In 2018 verscheen haar eerste dichtbundel Gedicht, een selectie van haar Nederlandse gedichten, geïllustreerd met eigen schilderijen. Ook publiceerde ze korte verhalen. Als beeldend kunstenaar nam ze met haar schilderijen deel aan vier groepsexposities.