Samenvatting
Het begon in 1912, met een 'opvoedingsgesticht' voor verwaarloosde en 'ontouderde' kinderen, in het midden van Nederland, op initiatief van ds. R.J.W. Rudolph en een groep idealistische christenen. Het 'opvoeddorp' of jeugddorp kreeg later zijn naam: Rudolphstichting. Dit boek beschrijft de 100-jarige geschiedenis van het jeugddorp, waarin veel is gebeurd en veel is veranderd. Het is een boek geworden met mooie, ontroerende, verdrietige, boze en vrolijke verhalen van bewoners en oud-bewoners. In de eerste tientallen jaren wist men in veel situaties niet goed hoe men moest omgaan met kinderen die om de een of andere reden niet thuis konden wonen. Hoe het die kinderen verging, was sterk afhankelijk van waar ze werden geplaatst. In de paviljoens of groepshuizen moesten de kinderen vaak vechten om hun eigen plekje en in de pleeggezinnen waren de verschillen in behandeling tussen eigen kinderen en pleegkinderen soms groot. De verhalen die in dit boek worden verteld, zijn dan ook allemaal anders. Het is de verdienste van de schrijvers, dat ze in deze ervaringskroniek behalve de vrolijke en warme verhalen juist ook de minder plezierige kanten van 100 jaar jeugdzorg hebben belicht. Het leefklimaat is in de jaren vijftig gaandeweg verbeterd tot wat het nu is. Het is nu een plaats waar kinderen tot zichzelf kunnen komen, zo goed mogelijk worden opgevangen en worden begeleid naar een leven buiten de bescherming van het jeugddorp. Een uithuisplaatsing doet altijd pijn, maar als je nieuwe omgeving als onveilig wordt ervaren, dan is de pijn dubbel zo erg. Sommige verhalen tonen dat overduidelijk aan. Het boek geeft niet alleen een waardevol tijdsbeeld, maar bovendien een scherp inzicht in jeugdzorg, de verschillende benaderingen en de effecten daarvan. Het boek is vlot geschreven, de verhalen worden heel beeldend verteld en de vele foto's illustreren het geheel. Een waardig en waardevol boek dat een groter bereik en een breder publiek verdient dan alleen dat van (oud-) bewoners en (oud-)werknemers. Juist vanwege de openhartigheid waarmee over jeugdzorg in die 100 jaar wordt gesproken, is het uitermate informatief.