Samenvatting
Herman Teirlinck (1879-1967) behoort tot de tweede generatie van Van Nu en Straks, het avant-garde tijdschrift dat eind negentiende, begin twintigste eeuw voor de literaire jongeren het hoogst bereikbare incarneerde. Later zou Teirlinck zich door zijn intelligentie en handigheid ook institutioneel onmisbaar maken: als ambtenaar, redacteur, correspondent, docent, adviseur van het koningshuis en nog veel meer. Dat deze schrijver van proza, essays en toneel vaak in de schijnwerpers heeft gestaan, is een understatement: het bronnenmateriaal over Teirlinck valt nauwelijks te overzien. Bovendien is Teirlinck een van de meest heruitgegeven, herdrukte en vertaalde Vlaamse auteurs. Recht doen aan een dergelijk veelvoudig getalenteerd man - auteur, regisseur, theatermaker, tekenaar, boekontwerper, illustrator, begenadigd docent en causeur, stichter van tijdschriften en scholen, perfect tweetalige aristocraat met diplomatische allures - is geen sinecure. Voor het Vlaamse cultuurleven blijft Herman Teirlinck van uitzonderlijk belang. Hij gaf Vlaanderen wel vaker een gezicht in het hele land. Hij was graag gezien, was alomtegenwoordig, leidde een bourgondisch leven en slaagde erin om het beste in mensen naar boven te halen. Hij was ook gewoon wie hij was: levenslustig en gezegend met een onblusbare dadendrang. Het kan niet anders of er zijn ook andere en zelfs onbekende kantjes aan dit lange en rijk gevulde leven.