Samenvatting
Dit tweede deel van een grootschalige beredeneerde catalogus bestrijkt de werken die Francis Picabia (1879-1953) voortbracht van 1915 tot het midden van 1927. Het boek begint in de periode waarin de kunstenaar volop zijn op machines geïnspireerde esthetiek ontwikkelde en belicht vervolgens zijn centrale rol in de ontwikkeling van het Parijse dadaïsme - zijn steeds provocerender mecanomorfe composities behoren tot de belangrijkste verwezenlijkingen van deze dwarse kunstbeweging. Het deel besluit met een overzicht van de werken uit het midden van de jaren 1920, onder meer zijn spraakmakende collages en de flamboyante figuratieve composities die als de "Monsters" bekendstaan.
Deze beredeneerde catalogus brengt een grondige analyse van Picabia's oeuvre door befaamde deskundigen. Bij de reproductie van elk werk hoort gedetailleerde informatie, terwijl het geheel wordt aangevuld met een chronologie en een exhaustieve lijst van de aan deze kunstenaar gewijd tentoonstellingen en publicaties.