€ 33,00


ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Ford 'made in Holland' episode 1931-1945

F.H.M. van der Heul • Boek • paperback

  • Samenvatting
    In dit tweede deel wordt aandacht besteed aan het nationale automobilisme tijdens de economische crisisjaren dertig, verkeerswetgeving, wegenbouw, RAI-autotentoonstellingen, autosport, en de gedwongen rol die de N.V. Nederlandsche Ford Automobiel Fabriek aan de Hemweg in Amsterdam speelde tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog. Van alle Amerikaanse, Britse, Franse en Duitse modelseries (personen-, bedrijfswagens en landbouwtractoren) uit de periode 1931-1945 (viercilinders en V8) en van Lincoln, V12 Lincoln Zephyr en Mercury V8 zijn technische beschrijvingen opgenomen. Royaal geillustreerd, 225 pagina's inhoud. € 22,25 plus verzendkosten. De officiële opening van de assemblagefabriek in Amsterdam werd begonnen met het voorlezen van een Western Union telegram. De gelukwens van Henry en Edsel Bryant Ford luidde: ‘De inwijding van Uw nieuwe fabriek is een daad van vertrouwen in den dienst, welken de industrie aan de wereld bewijst. Industrie is noodzakelij¬kerwijze een onmisbaar deel der beschaving en het is onmogelijk zich een vooruitstrevende toekomst in te denken zonder indus¬trie. Wij feliciteren U met uw van een vooruitzienden blik getuigende onderneming en zullen op alle mogelijke wijze uw succes bevor¬deren.’ Honderden genodigden waren met de auto, een speciale stoomboot of met door het Gemeentevervoer ingelaste bussen naar de uitbundig gepavoiseerde fabriek en omliggende terreinen gekomen. Onder de aanwezigen waren de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland, jhr. mr. dr. A. Roëll, de burgemeester van Amsterdam, dr. Willem de Vlugt, een aantal gemeenteraadsleden en wethouders, directeuren van takken van de gemeentedienst, militaire autoriteiten, en vertegenwoordigers van de KNAC, de ANWB en de RAI. Ook inge¬nieur J.A. Kalff, oud-directeur van de Nederlandse Spoorwegen en vertegenwoordigers van de burger- en militaire luchtvaart hadden evenals talrijke prominenten uit de autobranche graag gehoor gegeven aan de uitnodiging van wat het ‘eerste en eenige automobiel-fabricatiebedrijf in het land’ werd genoemd. Na voorlezing van het telegram van vader en zoon Ford volgde een toespraak door de voorzitter van de hoofdstedelijke Kamer van Koophandel en Fabrieken, Gottfried H. Crone. ‘Hoe groot de afzetmogelijkheden zijn van automobielen leert ons het feit, dat momenteel in de Verenigde Staten meer dan vijfentwintig miljoen auto’s geregistreerd staan. Dat is één auto op vieren¬eenhalve inwoner. In de overige landen is de toename nog sterker. Namelijk van één miljoen driehonderdduizend in 1919 tot negen miljoen tweehonderdduizend in 1931, ofwel een stij¬ging van zeshonderd procent. Toch is het thans in Nederland nog maar één auto op elke vijfenzeventig inwoners, en voor landen buiten de Verenigde Staten is het aldaar reeds herhaaldelijk gevreesde, doch telkenmale weer verschoven verzadigingspunt nog in de verste verte niet bereikt’. Verder vond Crone het merkwaardig dat na het faillissement van de in Amsterdam gevestigde Spijker-Automobielfabrieken ‘Trompenburg’ in 1925, Nederland sindsdien de benodigde auto’s en vrachtwagens uit het buitenland had moeten importe¬ren. Dit niet tegenstaande het feit dat hier te lande door de nuttige werking van het Wegenfonds in de laatste jaren in een snel tempo het net van verkeerswegen was uitgebreid en ten zeerste verbeterd. Gepaard daaraan is een gestage groei van het autoverkeer waarneembaar, en dat onder die omstandigheden in ons land plaats is voor een ‘automobiel-fabricatiebedrijf’ is derhalve onweerlegbaar.’ Ook wees Crone er op dat Nederlanders de neiging hadden om land te scheppen waar water was, en water te maken waar land was. Had ook niet het gemeen¬tebestuur van de hoofdstad deze regel gevolgd, toen met het bestuur van de Nederlandsche Ford Automobiel Fabriek in Rotterdam deze plaats voor vesti¬ging van het bedrijf was aangewezen? De lage vochtige IJpolder was over een grote uitgestrektheid opgespo¬ten, en daarnaast was ook een insteekhaven gegraven. Ook als eersteling in het Westelijk havengebied verwelkomde de spreker de fabriek, die hiermee een uitstekend debuut maakte. De service die Ford aan het publiek bood, was spreekwoordelijk geworden en gaf aan anderen een voorbeeld hoe de publieke belangstelling kon worden gewekt en vastgehouden. Crone vertrouwde er tenslotte op dat het bestuur van deze modelfa¬briek zich zou laten inspi¬reren door het voorbeeld, gegeven door ‘den leider’, die zijn naam aan deze maatschappij had verbonden. ‘Moving forward’, mocht steeds het devies zijn.

    De officiële opening op 15 mei 1933 van de N.V. Nederlandsche Ford Automobiel Fabriek in Amsterdam werd begonnen met het voorlezen van een Western Union telegram. De gelukwens van Henry en Edsel Bryant Ford luidde: ‘De inwijding van Uw nieuwe fabriek is een daad van vertrouwen in den dienst, welken de industrie aan de wereld bewijst. Industrie is noodzakelijkerwijze een onmisbaar deel der beschaving en het is onmogelijk zich een vooruitstrevende toekomst in te denken zonder industrie. Wij feliciteren U met uw van een vooruitzienden blik getuigende onderneming en zullen op alle mogelijke wijze uw succes bevorderen.’ Honderden genodigden waren met de auto, een speciale stoomboot of met door het Gemeentevervoer ingelaste bussen naar de gepavoiseerde fabriek en omliggende terreinen gekomen. Onder de aanwezigen waren de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland, jhr. mr. dr. A. Roëll, de burgemeester van Amsterdam, dr. Willem de Vlugt, een aantal gemeenteraadsleden en wethouders, directeuren van takken van de gemeentedienst, militaire autoriteiten, en vertegenwoordigers van de KNAC, de ANWB en de RAI. Ingenieur J.A. Kalff, oud-directeur van de Nederlandse Spoorwegen en vertegenwoordigers van de burger- en militaire luchtvaart hadden evenals talrijke prominenten uit de autobranche graag gehoor gegeven aan de uitnodiging van wat het ‘eerste en eenige automobielfabricatiebedrijf in het land’ werd genoemd. ‘Koop een Ford en spendeer het verschil’ was een verkoopleuze van het merk dat hier te lande in de economische crisisjaren dertig als de onbetwiste marktaanvoerder gold. Dit tweede van vier royaal geïllustreerde delen gaat in op de belangrijkste secundaire auto-industrie die Nederland heeft gekend en op de vele sportieve prestaties die voor de Tweede Wereldoorlog met V8 Fords zijn geleverd. Vlaggenschip Lincoln, de aerodynamische Lincoln Zephyr, middenklasser Mercury, de Britse Y-Ford, de Franse Matford en de Duitse Ford Taunus passeren de revue. Daarnaast komen verschillende aspecten van het toenmalige automobilisme in Nederland ruim aan bod.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : Niet bekend
    Aantal pagina's : 240
    Uitgeverij : Frank H.M. van der Heul
    ISBN : 9789081422154
    Datum publicatie : 08-2009
  • Inhoudsopgave
    niet beschikbaar
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 33,00

niet beschikbaar

niet beschikbaar



0-1 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 
×
SERVICE
Contact
 
Vragen