Samenvatting
Soms klinkt het als trompetgeschal. Soms als een voorwereldlijk beest. Het is iets tektonisch, zeggen Nadja en Lev ter geruststelling tegen elkaar. Iets meteorologisch, wellicht. Maar deze duistere klanken hingen niet altijd in de lucht boven hun huis in de Russische bossen. Ooit dreef het biologenechtpaar er een asiel voor verweesde berenwelpen, maar de vrijwilligers komen niet meer, en terwijl Lev zijn geheugen verliest, strijdt Nadja tegen haar herinneringen. Waar is iedereen gebleven? Wat gebeurde er in het jaar waaraan ze liever niet meer denkt?
Foon laat zien hoe eenzame mensen, ver van de ontwrichte samenleving die ze zijn ontvlucht, zich verhouden tot hun geliefden, tot de geschiedenis en tot de dierenwereld waarvan ze deel uitmaken. Als alle zekerheid wegvalt, is het de verbeelding die hen overeind houdt.