Samenvatting
Bevat een uitgebreide analyse van de splitsingsregels in de vennootschapsbelasting. Deze publicatie bevat een wetenschappelijke evaluatie met concrete aanbevelingen voor de fiscale wetgever die eraan kunnen bijdragen de regels te verbeteren. Dit onderzoek is hierdoor zeer waardevol voor zowel fiscale wetenschapsbeoefenaar als de fiscalist die professioneel in aanraking komt met de splitsing. Een lichaam dat onder het bereik van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 valt, kan in verschillende hoedanigheden betrokken zijn bij een splitsing. In de eerste plaats als splitsende rechtspersoon of verkrijgende rechtspersoon (splitsingspartner) en in de tweede plaats als aandeelhouder, lid, schuldeiser, winstbewijs- en/of optiehouder van de splitsende rechtspersoon (potentieel toekomstige participant en/of schuldeiser). Splitsing in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 bevat een uitgebreide analyse en beoordeling van de winstbelastingregels voor splitsingen, waarmee dergelijke lichamen in aanraking kunnen komen. Het onderzoek bestaat uit vijf delen. In Deel A wordt de context van het onderzoek geschetst. Na een gemotiveerde afbakening van het onderzoeksterrein, wordt aandacht besteed aan de rechtsfiguur van de splitsing in het (Nederlandse) civiele recht. Ook wordt een kernbeschrijving gegeven van de huidige winstbelastingregels voor splitsingen ten aanzien van lichamen. In Deel B wordt het toetsingskader ontworpen en voor zover mogelijk direct geoperationaliseerd. Daarbij wordt eerst stilgestaan bij de grondslagen van en de verklaring voor de vennootschapsbelasting. Aansluitend worden de doelstellingen van de splitsingsregels in de vennootschapsbelasting in kaart gebracht. Deel C staat in het teken van de regels voor splitsingen met fiscale afrekening. Er wordt afzonderlijk ingegaan op de ruisende splitsingsregels voor de splitsingspartners en op de ruisende splitsingsregels voor de (potentieel toekomstige) participanten en schuldeisers van de splitsende rechtspersoon. In Deel D staan de regels voor splitsingen zonder fiscale belemmeringen centraal. Tot slot wordt het onderzoek in Deel E afgesloten met een overkoepelende slotbeschouwing gevolgd door een samenvattend overzicht van de concrete aanbevelingen voor de (fiscale) wetgever. Splitsing in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is van grote waarde voor de fiscale wetenschapsbeoefenaar én de fiscalist die professioneel in aanraking komt met de splitsing. Denk hierbij aan beleidsmedewerkers bij het ministerie van Financiën, belastinginspecteurs, belastingadviseurs en rechterlijke macht.