Samenvatting
De eigenwoningregeling in de Wet IB 2001 is continu in beweging. De regeling is na 2001 veelvuldig gewijzigd. De meest recente wetswijziging van formaat is in werking getreden op 1 januari 2013. Vanaf die datum dienen ‘nieuwe gevallen’ te voldoen aan een aflossingseis om renteaftrek in box 1 te kunnen krijgen. Met enige regelmaat verschijnt interessante rechtspraak over de eigen woning en duikt de woning op in het politieke debat en in de literatuur. In dit boek wordt de wet- en regelgeving beschreven en is de relevante rechtspraak en literatuur opgenomen. Evenals in de vorige drukken wordt de nodige diepgang niet geschuwd. Hierdoor blijven de achtergronden van de diverse deelregelingen niet onderbelicht. Door de opname van talrijke casusposities zullen de beroepspraktijk en de student zich snel thuis voelen in het boek. Waar nodig wordt de regeling blootgesteld aan een kritische noot. De volgende onderwerpen komen aan bod: • De eigenlijke eigen woning (het hoofdverblijf) • De eigenwoningficties • Het eigenwoningsubject • De schuld en het causaal verband • De bijleenregeling • De aflossingseis • Het overgangsrecht voor de bestaande eigenwoningschuld • De aftrekbeperkingen van art. 3.119a, lid 6, Wet IB 2001 • De voordelen uit eigen woning en de renten en kosten van de eigenwoningschuld • De buitenlandse belastingplicht en migratie • De werkruimteregeling • De erfpacht- en opstalcanons • De faciliteit voor restschulden • De op 31/12/1995 bestaande hypothecaire schulden • De aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld • De tariefmaatregel aftrekbare kosten eigen woning • De eigenwoningvrijstelling in de Successiewet 1956 • De eigenwoninggerelateerde partneralimentatie • De kapitaalverzekering eigen woning en eigenwoningbanksparen • De thema’s: invloed huwelijksvermogensregime, scheiding en overlijden.