Samenvatting
De eerste druk van Vermogensscheiding in de financiële praktijk verscheen in 2008, als deel 56 van de toenmalige Bankjuridische Reeks van NIBESVV. In de afgelopen tien jaar hebben zich op het terrein van de vermogensscheiding de nodige ontwikkelingen voorgedaan. Deze betreffen in het bijzonder de vermogensscheiding bij (bank) beleggingsondernemingen en beleggingsinstellingen. In deze tweede druk wordt uitvoerig op deze nieuwe ontwikkelingen ingegaan. In de bundel worden eerst de regels inzake vermogensscheiding bij beleggingsondernemingen en banken op een rijtje gezet en geanalyseerd. Dit geschiedt vanuit verschillende invalshoeken. Zo wordt de vermogensscheiding beschouwd vanuit het perspectief van achtereenvolgens de belegger, de bank, de CSD en de uitgevende instelling en vanuit een internationaal perspectief. Daarbij wordt ruimschoots aandacht besteed aan MiFID II, EMIR, de CSDverordening en natuurlijk de Wge. Vervolgens wordt de vermogensscheiding bij beleggingsinstellingen besproken. In dat verband komen de AIFMD en UCITS V aan de orde. De bundel bestaat uit bijdragen van verschillende auteurs die werkzaam zijn binnen het financiële recht en die specialist zijn op het gebied van de vermogensscheiding. Iedere auteur geeft vanuit zijn eigen achtergrond invulling aan het onderwerp van de vermogensscheiding.