Samenvatting
Filosoviertjes zijn speelse gedichtjes van vier regels met een beschouwende ondertoon. Ook in zijn drieëntwintigste boek neemt Wim Meyles mens en maatschappij weer op de hak: overgewicht, sociale media, vergrijzing, spoorwegen, farmaceuten, megastallen, immigratie, zorgverzekeraars, en vele andere nationale hobby's en ergernissen. Hij kan doorgronden wie je bent, van wieg tot aan begrafenis. Intussen is het wel bekend dat dit niet God maar Google is. De welvaart heeft ons goed gedaan: een enk'ling uitgezonderd halen we dik de honderd (kilo, wel te verstaan). Seniorenklachten kan een mens niet stuiten: prachtige gedachten schieten je te buiten. Steeds bij nieuwe kabinetten: nieuwe regels, nieuwe wetten; met als logisch resultaat: meer verwarde lui op straat. Mijn buurman zit in de gevangenis mistroostig voor zich uit te staren. Ik stuur een kaartje als hij jarig is; dan wens ik hem nog vele jaren. Mismoedig lees ik het verhaal van onze spoorwegmaatschappij: 'De klant staat bij NS centraal.' Nee, zitten is er niet meer bij. Wim Meyles schrijft taalhumor, korte verhalen, sprookjes en fabels.