Samenvatting
Het nieuwe boek van de Leidse politiek-filosoof Marius de Geus: 'Filosofie van de Eenvoud' is een voor een breed publiek en in een uiterst toegankelijke stijl geschreven werk waarin de vraag centraal staat wat er gebeurt wanneer wij als burgers bewust kiezen voor vrijwillige vereenvoudiging en matiging. Wat zijn de gevolgen wanneer wij ons weloverwogen houden aan bepaalde begrenzingen en vrijwillig minder en anders gaan consumeren, minder vliegreizen maken en onze levensstijl minder gehaast, gestrest en vervuilend maken? Leiden vereenvoudiging en matiging van onze levensstijl tot een verarming en verslechtering van het bestaan of juist tot een waardevolle verrijking van het leven?
Het boek is een zoektocht naar 'het juiste midden' tussen een levenswijze waarin alleen de meest noodzakelijke menselijke behoeften en verlangens worden bevredigd, en een levensstijl waarin materialisme, luxe en oneindige wensen en begeerten overheersen. Gezocht wordt naar een verantwoorde keuze tussen een eenvoudig of een ingewikkeld bestaan. Het betreft een kiezen tussen overdreven hard en veel werken of beschikken over meer vrije tijd, tussen eigendommen 'hebben' of gewoon gelukkig 'zijn', het nastreven van materiële genoegens of kunnen genieten van de schoonheid van het menselijk samenleven, culturele uitingen en de natuur.
Dit onderzoek past in een veel langere politiek-filosofische traditie, die loopt van denkers als Aristoteles, Epicurus, Niccolò Machiavelli, Denis Diderot, Jean Jacques Rousseau, Henry David Thoreau, William Morris, tot aan Mahatma Gandhi, Hannah Arendt, Ernst Schumacher, Ivan Illich en Murray Bookchin. Al deze filosofen wilden inzicht verwerven in de diepere hartstochten en motivaties van de mens, en waren geïnteresseerd in de vraag hoe diezelfde mens een goed, gelukkig en zinvol leven kan leiden.
De schrijver vraagt zich in dit boek af wat vele hedendaagse burgers beweegt, en of zij met hun hedendaagse levensstijlen in de buurt komen van het ideaal van het realiseren van een verantwoord en zingevend bestaan. Vastgesteld wordt dat veel moderne westerse burgers gevangen zitten in de eindeloze tredmolen van steeds langer en harder werken, om meer goederen, producten en diensten te kunnen aanschaffen. Dit algemeen herkenbare maatschappelijke verschijnsel heeft overduidelijk negatieve consequenties voor het algemene welbevinden en levensgeluk van diezelfde rusteloze en moeilijk tevreden te stellen burgers. Een opvallend groot aantal tijdgenoten klaagt over het feit dat zij in hun moderne, welvarende bestaan bijna nergens meer voldoende tijd voor hebben: velen hebben het permanent druk en ervaren een ongezonde stress. Zij dienen zich onophoudelijk in te spannen om te kunnen voldoen aan de hoge eisen die worden opgelegd door de werkomgeving, en in een groeiend aantal gevallen ook door zichzelf.
De hedendaagse werknemers hebben ook vaak forse ambities. Zij wensen snel carrière te maken, een hoger salaris te verdienen, het werk moeiteloos te kunnen combineren met het gezin, terwijl zij juist meer zorgtaken (zoals voor hun ouders) buitenshuis te vervullen krijgen. Zij willen ook niet achterblijven met het aanschaffen van kleding, een nieuwe auto, een groter huis en elektronische gadgets. Het is geen wonder dat velen van hen gezondheidsklachten ontwikkelen, zoals burn-out en depressieve gevoelens.
Deze obsessieve maatschappelijke en persoonlijke drang tot harder werken en de hoogconsumptieve levensstijlen van de moderne mens, leiden niet alleen tot riskante gezondheidsproblemen, maar ook tot negatieve consequenties voor de toestand van milieu, natuur en klimaat. Bovendien is er sprake van ongunstige gevolgen voor de sociale leefomstandigheden van de bewoners van de minder bevoorrechte landen op het zuidelijk halfrond. In veel van deze landen wordt de leefomgeving in toenemende mate aangetast en worden de gevolgen van klimaatverandering duidelijker merkbaar. Tegelijk gaan de Westerse burgers met hun op consumptie gerichte levensstijlen onbekommerd door met het uitputten van de natuurlijke hulpbronnen van de aarde en het uitstoten van klimaatgassen.
Op wereldwijde schaal wordt onze leefomgeving bedreigd door een combinatie van onwetendheid, menselijke onverzadigbaarheid en hebzucht, statusdrang, overproductie, overconsumptie, berusting en een opvallend uitstelgedrag van burgers, bedrijfsleven en politiek. Dit is niet een overhaast getrokken conclusie van een radicaal ingestelde minderheid die diepgroen stemt, maar van een groeiende groep hoog aangeschreven staande sociologen, economen, politicologen, politieke filosofen en klimaatwetenschappers. Het is de harde vaststelling van steeds meer wetenschappelijke onderzoekers, die de inzichten uit hun vakgebied serieus nemen en publiceren in gerenommeerde internationale tijdschriften.
De meeste van deze onderzoekers - waaronder de auteur van dit boek zelf - vervuilen eveneens met een zekere routinematigheid het milieu, tasten soms de natuur en het klimaat aan, en hebben hun eigen 'ecologische voetafdruk' (een veelgebruikte maat voor het individuele milieuverbruik) de laatste jaren zien toenemen. Ondanks verwoede pogingen om de impact op de leefomgeving te beperken, zijn maar weinig burgers gevrijwaard van deze maatschappelijke trend. In dit boek analyseert Marius de Geus de vele morele problemen waar de moderne mens in tijden van klimaatverandering en opwarming van de atmosfeer mee te maken krijgt en worden alternatieven aangereikt.
Bestaan er aangename levensstijlen die leiden tot een veel lager energiegebruik en significant minder vervuilende emissies? Is het mogelijk om in de westerse samenleving een baanbrekend beleid van vrijwillige matiging en vereenvoudiging in te voeren? Wat zijn de gevolgen voor de individuele burgerlijke vrijheden en de in de moderne maatschappij hooggewaardeerde verscheidenheid aan persoonlijke levensstijlen? En waarom bestaat er in de politiek in Nederland en België (en elders) een taboe op zelfbeheersing en vereenvoudiging van het leven als reële oplossing voor ernstige maatschappelijke problemen zoals overconsumptie, klimaatverandering en extreme werkdruk?
Dit nieuwe boek levert inspiratie voor al die burgers die hun eigen ecologische voetafdruk willen verlagen en die een verantwoorder en gelukkiger bestaan willen realiseren. Het leidt tot een kritisch zelfonderzoek van de lezer over de betekenis van 'het goede leven' en wat het menselijk bestaan zin- en waardevol maakt.
Marius de Geus is politiek filosoof aan de Universiteit van Leiden. Hij verlaagt al sinds jaar en dag zijn ecologische voetafdruk. Het eerlijke aarde-aandeel van 1,8 ha per wereldburger is zijn doelstelling. Dat blijkt nog een grote uitdaging.
"In iedere moderne beschaving zie je dat eenvoud niet vanzelfsprekend is, maar eerst (opnieuw) moet worden uitgevonden. En die ontdekking toepassen is verre van eenvoudig." - Heleen van der Sanden, uitgever van het tijdschrift Genoeg
"Marius de Geus zwengelt een debat aan dat hoognodig gevoerd moet worden: dan over vrijwillige vereenvoudiging die niet leidt tot een verschraling van het leven, maar juist tot een verrijking." - Marjan Minnesma, directeur Stichting Urgenda