Samenvatting
Ondanks een voortdurende stroom ingrijpende vernieuwingen verandert er soms helemaal niets. Twintig jaar geleden bestond internet nog niet eens, maar de vragen die toen door Jan Bransen in dit boek werden gesteld, zijn nog steeds even actueel. Wat is de beste vorm waarin filosofie geïnstitutionaliseerd kan worden? Welke plaats is er in de hedendaagse samenleving voor filosofie? Wat is het juiste forum voor filosofie?
Jan Bransen betoogt in dit boek dat filosofen het theater in zouden moeten. Zij zouden moeten zorgen voor een "heerlijk avondje uit denken", want wat filosofen doen is, in feite, toneelspelen. Ze doen alsof ze het met elkaar oneens zijn. Ze voeren zware strijd. Ze ontwikkelen grondige en complexe argumenten om hun gelijk te halen. Maar het gaat ze niet om het gelijk. Het gaat ze om de ironie die ze over zichzelf afroepen. Het gaat ze om de lol en de dialectiek van het denken. Ze willen hun publiek graag als de lachende derde met nieuwe inzichten naar huis sturen.
Dit betekent niet dat filosofie geen serieuze zaak zou zijn. Dat is het wel. Maar de ernst zit niet in de antwoorden die filosofen geven, maar in de vragen die ze stellen, in de vastberadenheid waarmee ze mensen die menen een antwoord te hebben op nieuwe manieren leren nadenken over de kwaliteit van hun antwoord.
Jan Bransen is hoogleraar Filosofie van de gedragswetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij publiceerde internationaal uitgebreid over autonomie, praktische rationaliteit en persoonlijke identiteit.