Samenvatting
Stel: een vennootschapsbelastingplichtig lichaam lijdt verliezen. Wat zijn hiervan de gevolgen? Alle belangrijke formaliteiten en wijze van verliesverrekening per december 2019 zijn in de nieuwe editie van deze brochure verwerkt. Met Verliesverrekening in de vennootschapsbelasting beschikt u over de belangrijkste feitelijke gegevens die u in de praktijk als deskundige op fiscaal, juridisch, sociaalmaatschappelijk of financieel gebied kan gebruiken. De auteur geeft in deze brochure uitgebreid antwoord op de vraag wat de gevolgen voor toepassing van de vennootschapsbelasting zijn wanneer een belastingplichtig lichaam een verlies lijdt. Alle wijzigingen van de vorige jaren zijn verwerkt, inclusief de aanpassing van de regeling van art. 20a op fiscale eenheden met ingang van 1 januari 2018 volgens de Wet spoedreparatie fiscale eenheid. Een greep uit de wijzigingen: De termijn van voorwaartse verliesverrekening is voor boekjaren aanvangend op of na 1 januari 2019 ingekort tot zes jaar. Art. 20 lid 4 Wet VPB 1969, de regeling voor houdster- en financieringsverliezen, is afgeschaft voor boekjaren aanvangend op of na 1 januari 2019. Er wordt daarnaast uitgebreid ingegaan op de wijze waarop de wetgever optreedt op het terrein van zogenoemde handel in verliesvennootschappen. Ook de invloed van de Wet spoedreparatie fiscale eenheid op de verliesverrekening van fiscale eenheden wordt in detail besproken. De auteur behandelt ook nog de per 2019 afgeschafte bepaling over de verrekening van houdster en financieringsverliezen omdat die bepaling nog relevant blijven voor verliezen uit oude jaren. Tot slot wordt er aandacht besteed aan de invloed van het EU-recht op de verliesverrekening.