Samenvatting
Charlotte Bell woont aan het eind van de negentiende eeuw op Fayne, een groot en afgelegen landgoed in Schotland. Haar vader, die haar aanbidt, houdt haar het liefst verborgen voor de wereld vanwege een mysterieuze ‘aandoening’. Charlotte is sterk en nieuwsgierig en verliest zich graag in de ruige natuur. Van de oude knecht Byrn heeft ze alle geheimen van het even heilzame als verraderlijke moerasland geleerd. Het enige dat een schaduw werpt over haar idyllische bestaan is het magnifieke schilderij dat in de hal hangt, een portret van haar moeder, een mooie en rijke Iers-Amerikaanse erfgename, met in haar armen Charlottes broer, Charles. Charlotte is verteld dat haar moeder stierf bij haar geboorte en dat Charles, de broodnodige erfgenaam, kort daarna op tweejarige leeftijd overleed.
Wanneer Charlottes leergierigheid niet meer te beteugelen valt, besluit haar vader een leraar voor haar in dienst te nemen. En daarmee begint een reis die Charlotte naar de krochten van haar familiegeschiedenis zal leiden en naar het hart van haar identiteit. Fayne is een sprankelende roman vol historische sfeer en liefde voor de natuur, met een volstrekt eigentijdse kijk op identiteit.