Samenvatting
De jaarkalender in dichtvorm gieten en van sommige dagen een feestelijk verhaal maken – dat was het doel van Ovidius’ Fasti. Hij is helaas nooit verder gekomen dan eind juni, waarschijnlijk omdat hij uit Rome werd verbannen.
Januari en maart klinken nog altijd naar oeroude goden, Janus en Mars, en vooral de vrolijke verhalen over vele andere goden en goddelijke wezens als saters en nimfen laten ons het grote verschil zien met onze huidige monotheïstische, christelijke ideeën.
Ook vele historische details komen ter sprake, die voor iedereen, en speciaal voor Romebezoekers interessant zijn. Op Palatijn, Quirinaal en Aventijn wijst Ovidius ons op tempels, huizen en poorten die de eeuwen hebben getrotseerd. Ook de Tiber stroomt nog net als toen. De optimistische stem van de dichter van de Metamorphosen blijft herkenbaar in zijn Fasti.