niet beschikbaar
niet beschikbaar
1.1.1 Contact maken
Mensen met een stoornis in het autistische spectrum kunnen op verschillende manieren contact maken. Sommigen trekken zich terug en houden zich afzijdig. Anderen reageren wel op contact, maar nemen zelf geen initiatief. Weer anderen maken actief contact, zij het soms wat eigenaardig.
ⓚ*Hilly, 37 jaar:
“Als zesjarige wist ik al dat mijn vader in zijn eigen wereldje leefde, waar hij niet uitkomt en waar ik niet in kom.”
ⓚ Udo, 38 jaar:
“Ik heb een heel stuk gemist thuis. Mijn vader was fysiek weliswaar niet veel afwezig maar hij trok zich terug en was er geestelijk dus helemaal niet.”
ⓚ Desi, 39 jaar:
“Mijn moeder zei nooit wat. Ze is er gewoon niet geweest. Ze zat altijd boven te naaien.
Ik heb het allemaal zelf moeten uitvinden.”
ⓞBente, 65 jaar:
“Mijn man leeft in zijn eigen wereldje. Mijn dochter liep steeds tegen grotere muren op, naarmate ze ouder werd. Er was en is nooit contact.”
ⓚ Lea, 38 jaar:
“Ik blijf, ook lichamelijk, altijd afstand houden van anderen en dit levert problemen op in mijn relaties. Seksueel ben ik heel pleasend, in het altijd de ander tegemoetkomen en niet letten op mijn eigen signalen, ze zelfs niet kennen, niet voelen of zien.”
ⓚ Gerard, 50 jaar:
“Ik ben nooit geknuffeld door mijn moeder. En dan zit je ineens, als vijftienjarige puber, naast een meisje en dan… brrrr, elkaar aanraken...”
8.5.1 De diagnose autisme of het vermoeden daarvan
In de hulpverlening aan niet-autistische kinderen neemt de diagnose ASS een belangrijke plaats in. Veel vragen kunnen dan gesteld worden: Is er al een eerdere diagnose autisme binnen de familie bekend? Wordt autisme herkend als oorzaak van de problematiek van het kind? Hoe gaat de hulpverlener met de diagnose om? Is de hulpverlener in staat om de symptomen van autisme te herkennen uit de verhalen van het kind? Is de hulpverlener bereid om een vermoeden van autisme als hypothese te accepteren bij de reconstructie van het levensverhaal van het kind?
ⓚ Tineke, 38 jaar:
“Zowel de hulpverlener als ik hadden geen idee dat mijn problemen veroorzaakt zouden kunnen zijn door het autisme van mijn vader. Als ik dit eerder had geweten was er veel tijd gewonnen.”
ⓚ Saskia, 45 jaar:
“Ik had een burn-out, maar ze begrepen totaal niet wat de oorzaak daarvan was. Er werd mij gezegd dat het een verkeerd aangeleerd patroon was van hard werken en presteren. De rest was niet belangrijk.”
ⓚ Klaas, 47 jaar:
“Ik ben bij een psycholoog geweest. Hij had niet door waar mijn klachten vandaan kwamen, dat dit dus deels kwam vanwege mijn autistische ouders. Zelf kreeg ik dit pas door nadat mijn dochter de diagnose kreeg. Toen is het kwartje gevallen.”
×