Fragment
19. Betekenis van de denkfunctie voor ons
De wijsheid, het weten, het geweten, het inzicht en de kennis,
hebben hun oorsprong in God. Zij worden voor ons functioneel
doordat wij kunnen (na)denken. Met de gave om te kunnen
(na)denken zijn wij tot veel in staat:
- Denkend kunnen wij gericht; inzichten over ons leven
verwerven en dat van anderen.
- Een nieuw idee of inzicht, vanuit het denken, kan ons leven
veranderen.
- Door mijn denkvermogen kan ik mij erop richten hoe en of ik
moreel het juiste doe.
- Acties die later hinderlijke gevolgen voor mij of anderen
teweegbrengen kan ik nalaten.
- Met nieuwe weldoordachte inzichten, kan ik oude
(negatieve)gewoonten, omzetten, in (positieve) bewuste
gedragingen.
- Met het denken kan ik kiezen vanuit mijn hart, geloven, bidden,
mij bekeren, mijn zonden afleggen, een keuze voor Jezus maken
en tot geloof komen.
- Door waarnemingen en feiten te onderzoeken kunnen wij
denkend wetenschap bedrijven.
We hebben misschien al veel tijd besteed aan het volgen van
(gedrags-) regels. Wij vinden misschien, dat wij verplicht zijn, om
die regels na te leven. Daarom volgen wij die regels altijd en
onder alle omstandigheden. Voor een groot aantal regels is dat
terecht.
- Door gebeurtenissen, het lezen van een boek, door een gesprek
of een voordracht, waarover ik ook later nog eens nadenk, kan
nieuw inzicht ontstaan. Met dit inzicht kan een verandering
optreden in mijn benaderen van een situatie of een (gedrags-)
regel.
- Denkend leren wij de, door anderen uitgedachte en gevormde
regels, te doorzien. We leren om de, door anderen opgestelde
wetten, toe te passen op ons leven, naar ons eigen bereik en
inzicht.
- We kunnen een gedachte laten ontstaan aan de basis van ons
handelen.
- Wij vinden denkend oplossingen voor vraagstukken.
- Doordat ik kan denken, heb ik een enorme bron beschikbaar om
mij vrij, naar alle zijden van mijn bestaan, te ontplooien.
- Om ontwikkelingen naar alle levensgebieden te openen en doen
toenemen, is de denkfunctie een onmisbaar hulpmiddel.
20. Uitleg van veel gebruikte begrippen
In dit schrijven over de aard van het denken wordt gebruik
gemaakt van enkele lastige begrippen.
Met enige uitleg, kunnen deze begrippen beter begrepen worden.
De begrippen, die uitgelegd worden, komen in het schrijven
regelmatig terug.
Op enkele plaatsen in de tekst, zal ik een korte uitleg invoegen
van een veel gebruikt begrip.
Hieronder zal ik als eerste, het begrip; 'objectiveren', uitleggen.
21. Wat is objectiveren
Objectiveren is een term die de wetenschap gebruikt.
Tijdens het objectiveren in een onderzoek, blijf ik bij de
waarnemingen en de feiten. Tijdens het onderzoeken van een
object komen feiten naar voren. Met de feiten vorm ik de theorie.
De theorie wordt daarna door mij en in dit geval ook door de
lezer aan de alledaagse praktijk getoetst.
Het begrip; 'objectiveren', betekend in dit schrijven, dat ik, de
theorie beschrijf, van wat je direct kan zien, horen, proeven,
voelen, ruiken of op een andere manier direct kan waarnemen.
Om goed te; 'objectiveren', en de theorie samen met de lezer te
toetsen, beschrijf ik dus, wat een mens waarneemt met de
zintuigen. Zo, ontstaat een meest; 'objectieve beoordeling', van het
beschreven; 'object', dat wij waarnemen.
Ik beschrijf, bijvoorbeeld, de bijzondere kwaliteiten en de, soms,
typische, karakteristieke eigenschappen, van het; 'object'.
Dit; 'object', kan, bijvoorbeeld, een; 'zintuig', zijn, zoals het oor of
het oog. Ik beschrijf dan, de kwaliteiten en eigenschappen van
het oog of het oor. Daarnaast, beschrijf ik, de bijzondere opbouw
van het; 'zintuig', zoals deze is afgestemd, op de functie, van het
oog of het oor.
Ook de vele relaties van het; 'object', beschrijf ik.
Het oog, bijvoorbeeld, heeft een relatie met waarneembare
kwaliteiten, zoals met de kwaliteit; 'licht'. Het oor, heeft een relatie
met geluid, maar ook met de lucht. De lucht draagt het geluid
vanuit de geluidsbron naar de omgeving. Ook, draagt de lucht het
geluid, langs de oorschelp, naar binnen, in het oor.
De; 'beoordeling' van het; 'object' en de; 'relaties', van het; 'object',
beschrijf ik; 'objectief'.
Deze beschrijving komt dan niet meer, enkel en alleen maar
voort, uit; mijn persoonlijke meningen of mijn persoonlijke
beleving.
Tijdens het; objectiveren', ontstaan waarnemingen en feiten bij
het;'object', dat ik waarneem. Zo kan ik ook meerdere; 'objecten',
tegelijk, in hun samenhang beschrijven.
Voor de inhoud van dit schrijven ga ik iets verder. Ik heb mijzelf
toegestaan om het begrip; ‘objectiveren’, iets uitgebreider te
gebruiken. Ik betrek bijvoorbeeld ook het denken, als een; 'object',
bij wat ik wel en niet kan waarnemen
×