Samenvatting
We beginnen met het feit dat de zogenaamde Hollanders respect tonen voor mensen uit Limburg die Limburgs praten. Ze vinden dan dat deze ‘roots’ hebben, iets dat ze zelf niet (meer) hebben en daar zijn ze jaloers op. Het verschaft een zekere identiteit. Limbo-Nederlands vinden ze belachelijk, dat is gewoon een afwijkende vorm van Nederlands. Kijken we echter vanuit Limburg naar het Limburgs dan wordt dit als dom, achterlijk en middeleeuws gezien. Iets waar je zo snel mogelijk vanaf moet geraken wil je verder komen in de maatschappij. Daarvoor moet je Limbo-Nederlands praten want dat is meer geteld. Zo staan beide zienswijzen tegenover elkaar, maar er wordt niets gedaan voor het Limburgs. Je weet wel die taal en het badwater. Er zijn ook weinig mensen in Limburg die het Limburgs in een dialect-continuüm kunnen zien. Zodat Limburgs niet alleen gesproken wordt in Nederlands Limburg, maar ook in Belgisch Limburg en aangrenzend Rijnland. Het is dus meer dan een relictgebied in het zuiden des lands. Maar de tendens zet zich voort in de vorm van Vernederlandsing en Veramerikanisering. Laat de isoglosse van de harde G en de Gooise R maar komen. Dan wordt Euverhaove definitief Overhoven.