€ 30,00


ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Europese wijsbegeerte

Guy Claessens • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Filosofie is wezenlijk historisch. Zo zijn de verwondering die haar drijft en haar “eeuwige” vragen gebonden aan de specifieke context waarin ze ontstaan. De antwoorden zijn interpretaties van de werkelijkheid ingegeven door de tijdsgeest én door confrontatie met vroegere beschouwingen. Om het met de woorden van G.W.F. Hegel te zeggen: “Die Philosophie ist ihre Zeit in Gedanken erfasst.” Daarnaast is de geschiedenis ook wezenlijk voor de wijsbegeerte omdat de historiciteit zelf een onderdeel vormt van de filosofische reflectie. Onze omgang met de geschiedenis situeert zich, net zoals deze historische inleiding tot de wijsbegeerte, tegen de achtergrond van onze tijdsgeest. Europese wijsbegeerte. Een historische inleiding bespreekt de historiciteit van de filosofie in deze dubbele betekenis. Het eerste deel geeft een overzicht van de filosofische rationaliteit van de Griekse oudheid tot de hedendaagse periode. Het tweede deel benadert wijsbegeerte als historisch-hermeneutische wetenschap. Deze herziene editie biedt ook ruimte aan actuele thema’s zoals canon, diversiteit, feminisme en postkolonialisme.

    Filosofie is wezenlijk historisch. Zo zijn de verwondering die haar drijft en haar “eeuwige” vragen gebonden aan de specifieke context waarin ze ontstaan. De antwoorden zijn interpretaties van de werkelijkheid ingegeven door de tijdsgeest én door confrontatie met vroegere beschouwingen. Om het met de woorden van G.W.F. Hegel te zeggen: “Die Philosophie ist ihre Zeit in Gedanken erfasst.” Daarnaast is de geschiedenis ook wezenlijk voor de wijsbegeerte omdat de historiciteit zelf een onderdeel vormt van de filosofische reflectie. Onze omgang met de geschiedenis situeert zich, net zoals deze historische inleiding tot de wijsbegeerte, tegen de achtergrond van onze tijdsgeest. Europese wijsbegeerte. Een historische inleiding bespreekt de historiciteit van de filosofie in deze dubbele betekenis. Het eerste deel geeft een overzicht van de filosofische rationaliteit van de Griekse oudheid tot de hedendaagse periode. Het tweede deel benadert wijsbegeerte als historisch-hermeneutische wetenschap. Deze herziene editie biedt ook ruimte aan actuele thema’s zoals canon, diversiteit, feminisme en postkolonialisme.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 157mm x 235mm
    Aantal pagina's : 312
    Uitgeverij : Universitaire Pers Leuven
    ISBN : 9789462704206
    Datum publicatie : 07-2024
  • Inhoudsopgave
    INLEIDING 1. Plato’s grot 2. Filosofie en ideologie 3. De historiciteit van de filosofie. 4. Een filosofische canon?. Deel 1 DE LOTGEVALLEN VAN DE FILOSOFISCHE RATIONALITEIT Hoofdstuk 1 WIJSBEGEERTE BINNEN DE ANTIEKE BESTAANSHORIZON (6de eeuw v.C.-6de eeuw n.C.). 1. Het ontstaan van de wijsgerige rationaliteit. 1.1. Van mythos naar logos. 1.2. De natuurfilosofen: het ontstaan van een kosmologie Heraclitus: ‘Alles vloeit’ Parmenides: ‘Het zijnde is’ 1.3. Het ontstaan van een ethiek Het relativisme van de sofisten. Socrates (469-399 v.C.) 2. De filosofie wordt een systeem. 2.1. Plato (428-347 v.C.) In de ban van Socrates De ziel. Het inzichtelijke. Het probleem van de morele opvoeding De morele staatsorde. De kennis. Participatie Het Goede Loslaten van het lichamelijke 2.2. Aristoteles (384-322 v.C.) Een systematische wetenschap De categorieën De vier oorzaken Vorm en doel: teleologie. De ziel als vorm. Vorm en materie: hylemorfisme. Veranderlijkheid: act en potentie. Ethiek Het goddelijke 3. De latere oudheid: filosofie als levenswijsheid Schaalvergroting: het hellenisme (323-30 v.C.) en het Romeinse Rijk (ca. 200 v.C.-475 n.C.). De stoa Het epicurisme. Het neoplatonisme Hoofdstuk 2 HET MIDDELEEUWSE PERSPECTIEF (5de-15de eeuw) Het christendom. 1. De vroege middeleeuwen: Augustinus (354-430). De wil en de rede. De verlichting van het verstand (illuminatie). Philosophia Christiana. Het vroegmiddeleeuwse geestesleven. 2. De volle middeleeuwen: Herontdekking van Aristoteles Middeleeuwse (aristotelische) natuurfilosofie 3. De integratie van Aristoteles Aristotelische conflictstof 3.1. De synthese van Thomas van Aquino (1225-1274) Rede en geloof. De kennis. NEOPLATONISME De universalia God. De menselijke ziel. Ethiek 3.2. Het nominalisme van Willem van Ockham (ca. 1285-ca. 1348). Reactie tegen het realisme. Aandacht voor het particuliere. Het ‘scheermes van Ockham’…… …scheert aan twee kanten Hoofdstuk 3 DE CRISIS VAN DE MODERNITEIT(15de-19de eeuw). 1. Geweld. De crisis 2. De nieuwe wetenschap. Francis Bacon (1561-1626). Wetenschap en filosofie groeien uit elkaar De natuur als te beheersen vijand. 3. De opmars van het subject. 4. De moderne wijsbegeerte ten dienste van wetenschap en subject. 4.1. Het rationalisme van René Descartes (1596-1650). De twijfel Eerste zekerheid: ‘Je pense donc je suis’. Dualisme Het probleem van de brug Tweede zekerheid: het bestaan van God Derde zekerheid: het bestaan van de buitenwereld De mathematische structuur van de werkelijkheid 4.2. Het empirisme: John Locke (1632‑1704) en David Hume (1711‑1776). ‘No innate ideas!’. Het scepticisme van David Hume. Mind, substanties en causaliteit De wetenschap in crisis?. 4.3. Het kritisch idealisme van Immanuel Kant (1724-1804) Rationalisme en empirisme Copernicaanse revolutie. Transcendentaal standpunt Analyse van het kenproces: Fase 1. Transcendentale esthetiek Fase 2. Transcendentale analytiek. Fase 3. Transcendentale dialectiek. De traditionele metafysica als onmogelijke wetenschap. Kritiek van de praktische rede 4.4. Het absolute idealisme: Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770‑1831). Het uitgangspunt: de Franse Revolutie Het project: denken van het absolute. De te overwinnen weerstand: het ‘verstandsdenken’ Hegels reactie tegen Kant. Absoluut idealisme. De dialectische methode. De Geest. 4.5. Filosofie als maatschappelijke praktijk: Karl Marx (1818-1883) Historisch materialisme. Kritiek op Hegel Arbeid Arbeidsdeling, privebezit en uitbuiting. Zelfvervreemding. Klassenstrijd Filosofie als maatschappelijke praktijk Hoofdstuk 4 HET EINDE VAN DE MODERNITEIT? (19de-21ste eeuw) 1. Revolutie 2. De grenzen van het geloof in de wetenschap Het positivisme Het vooruitgangsgeloof ter discussie. 3. De onttroning van het subject De ‘meesters van het wantrouwen’ 4. Een wijsgerige revolutie Nieuwe klemtonen in de hedendaagse filosofie. 4.1. Friedrich Nietzsche (1844-1900), de filosoof met de hamer Begrippenmummies. Afwijzing van ‘de’ waarheid. Afwijzing van het ‘platonisme’ en de joods-christelijke traditie Afwijzing van de moraal. Afwijzing van de religie. Hoe moet het nu verder? 4.2. Edmund Husserl (1859-1938) en de fenomenologie De crisis van de wetenschappelijke rationaliteit. Transcendentaal standpunt Fenomenologie. Intentionaliteit De leefwereld als (re)constructie Objectiviteit 4.3. Martin Heidegger (1889-1976) en de existentiële fenomenologie Dasein Existentialen. Onze omgang met de dingen in de wereld. Mit-sein en Mit-Dasein. Het ‘men’ (das Man) Openheid (Entschlossenheit). Tijdelijkheid. Geworpenheid, ontwerp en vervallen Angst De dood Zijn en tijd – en verder 4.4. Hannah Arendt (1906-1975): het actieve leven. Vita activa Arbeiden, werken en handelen. Pluraliteit en het politieke Macht. De banaliteit van het kwaad 4.5. Het existentialisme: de vrijheid ten top gedreven ‘Pour-soi’ en ‘en-soi’ ‘L’etre et le neant’. Tot vrijheid gedoemd. 4.6. De deconstructie van Jacques Derrida (1930-2004) Structuralisme. Structuralisme in de culturele antropologie Structuralisme in de psychoanalyse Poststructuralisme De taal. Het schrift. Depreciatie van het schrift ‘La differance’ De wereld als tekst. Deconstructie De tijd en het ‘ondeconstrueerbare’ Poststructuralisme en gendertheorie: Judith Butler (°1956) Poststructuralisme en postkoloniale theorie 5. Een nieuwe stem in het oude debat: de analytische wijsbegeerte 5.1. Taalfilosofie. ‘Continentale’ en ‘analytische’ filosofie. 5.2. De wetenschappelijkheid van de logische taal: L. Wittgenstein, Tractatus Logico-philosophicus (‘Wittgenstein I’). Het programma: vermijden van ‘gezwets’ Betekenis, verwijzing en waarheid Alleen empirische uitspraken zijn betekenisvol. Filosofie als taalverheldering. Het mystieke De scheiding van feitelijkheid en zingeving. 5.3. De werkelijkheidswaarde van de ‘gewone’ taal: L. Wittgenstein, Philosophische Untersuchungen (‘Wittgenstein II’). Taalspel. ‘Meaning is use’. Taal als gereedschapskist. Levensvormen. Deel 2 WIJSBEGEERTE ALS HISTORISCH-HERMENEUTISCHE WETENSCHAP. Inleiding 1. Het historicisme. 2. L’histoire se repete – of toch niet? Oswald Spengler (1880-1936) en Karl Popper (1902-1994) Patronen in de geschiedenis De kritiek van Karl Popper 3. De vraag naar ‘betekenis’ in de menswetenschappen Positivisme in de menswetenschappen. De vraag naar betekenis. Hoofdstuk 1 ONTSTAAN VAN DE HERMENEUTIEK ALS WETENSCHAP. 1. Ontstaan van een algemene hermeneutiek 2. De reproducerende hermeneutiek van Friedrich Schleiermacher (1768‑1834) Universele hermeneutiek Reproducerende hermeneutiek De hermeneutische cirkel. Hoofdstuk 2 HET HISTORISCHE VERSTAAN IN DE GEESTESWETENSCHAPPEN 1. Wilhelm Dilthey (1833-1911): het Verstehen Objectieve geest Nacherleben 2. Martin Heidegger over verstaan en interpretatie. Voor-structuren. Sinn. 3. Hans-Georg Gadamers (1900-2002) historisering van het verstaan Werkingshistorisch bewustzijn Vooroordelen. Traditie. Versmelting van horizonten Drie kritieken op Gadamer. 1. Emilio Betti Kritiek 2. Jurgen Habermas. Kritiek 3. Jacques Derrida. New Historicism. UITLEIDING: IS DIT HET EINDE?. Het postmodernisme Het einde van de geschiedenis? GECITEERDE VERTALINGEN EN GERAADPLEEGDE LITERATUUR. NAMENREGISTER
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 30,00

niet beschikbaar

niet beschikbaar



Zondag voor 21.00 uur besteld, dinsdag in huis!
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

niet beschikbaar

×
SERVICE
Contact
 
Vragen