Samenvatting
Anders dan in Engeland en Amerika heeft het thema 'etnisch profileren' in Nederland lange tijd weinig aandacht gekregen, maar dit is recent veranderd. De vraag of de politie 'etnisch profileert', kort gezegd extra let op personen met een migrantenachtergrond zonder dat dit gerechtvaardigd kan worden, is omstreden maar ook belangrijk. Desondanks is er weinig onderzoek op dit terrein. Deze studie brengt daar verandering in. Op basis van observaties tijdens politiediensten kijkt deze studie naar politiebeslissingen op straat in drie Haagse wijken. Ook komen door middel van interviews de opvattingen van politiefunctionarissen en jongvolwassenen hierover uitgebreid aan bod. Dit alles met speciale aandacht voor (mogelijk) etnisch profileren. Het onderzoek laat zien dat er een sterke discrepantie bestaat tussen de observaties van het politiehandelen, de uitleg die hierover wordt gegeven door de politiefunctionarissen, en de percepties van de jongvolwassenen op straat. Bij het observeren in de drie Haagse wijken zijn geen aanwijzingen gevonden voor structureel etnisch profileren, maar in de interviews zijn er wel aanwijzingen voor problemen in de percepties over en weer. Dit boek schetst een rijk en complex beeld van politiewerk op straat. De situatie blijkt niet zo eenduidig te zijn als vaak wordt gesuggereerd. De studie geeft vooral vanuit het oogpunt van opvattingen en percepties aanleiding tot serieuze aandacht voor de verbindende kant van hedendaags grootstedelijk politiewerk.