Samenvatting
In een negentiende-eeuwse Chinese lakdoos met ivoren puzzels vindt Joris Escher twee tekeningen van zijn oudoom, de wereldberoemde graficus M.C. Escher. De bladen hebben al minstens 90 jaar het licht niet gezien. Hij vermoedt dat deze vroege studies een sleutel vormen in de ontwikkeling van Escher als kunstenaar en begint een ontdekkingsreis naar de oorsprong van diens fascinaties. Wie was zijn oom Mauk? Hoe is hij Escher geworden? In de voetsporen van M.C. Escher wordt de lezer meegevoerd van Haarlem naar Italiƫ, van Japan en China naar Canada, en van Spanje terug naar Baarn. Joris Escher leert zelf houtsnijden, tekent op de plaatsen waar zijn oudoom heeft getekend en vindt talloze nog onbekende verhalen, vreugdes, vriendschappen en verbanden uit Eschers leven. Door de ogen van M.C. Escher beleeft de lezer zijn ontwikkeling van jongeman tot graficus, kunstenaar en ten slotte tot de Escher die we allemaal kennen. Escher worden maakt daarmee van het genie Escher weer een aanraakbaar en feilbaar mens.