Samenvatting
Aan welzijnswerk hangt sinds jaar en dag de onverbiddelijke geur van overbodigheid. Het is in de ogen van velen een praatjesmakende en nietszeggende sector. Om die reden bungelen welzijnswerkers onder aan de professionele statusladder en moeten zij elk begrotingsjaar voor hun baan vrezen. Op zoek naar een verklaring hiervoor voert Jos van der Lans de lezer langs de spijkerbroekenrevolutie van de jaren zeventig naar de actuele wereld van grote instellingen, die zich steeds verder hebben afgezonderd van de leefwereld van burgers. Maar hij ziet het tij keren. Op steeds meer plekken onttrekken professionals zich aan de bureaucratie en gaan eropaf. Dit nieuwe type sociaal werkers gelooft niet langer in het oplossend vermogenvan instituties, maar in de eerste plaats in de kracht van mensen zelf. In zijn succesvolle boek Ontregelen pleitte Jos van der Lans voor een herovering van de werkvloer door professionals, om te ontsnappen aan de vervreemdende regelzucht en proceduredwang in de publieke sector. In erop af werkt hij die gedachte uit voor het sociaal werk.