Samenvatting
Ze mogen dan twee eeuwen oud zijn maar blijven ons verbazen, die boeken van Laplace over de hemelmechanica en de waarschijnlijkheidsrekening. Dat de man er zijn leven lang nieuwe wiskunde voor heeft kunnen bedenken! In zijn land wordt hij voor een Newton gehouden die als lid van de Franse Academie ‘onsterfelijk’ geworden is. Maar Pierre-Simon Laplace, een Normandiër, wist pas op zijn negentiende waar zijn talenten lagen. Toen hij eenmaal aan de calculus geroken had moest en zou hij naar Parijs. Door zijn evidente aanleg kon hij er meteen aan de slag als leraar wiskunde, terwijl de Academie van Wetenschappen besloot werk van hem te publiceren: eerst over gebogen lijnen, en ten slotte over de operator en de transformatie die naar hem genoemd zijn. Niet dat hij er rijk van werd. Om wat bij te verdienen assisteerde hij zo nu en dan bij de chemische proeven van Lavoisier. Ook wierf hij een bruid uit een rijke familie, zodat hij een buitenhuis kon kopen. Terwijl hij daar aan de stabiliteit van het systeem der Jupiter-manen ging rekenen, werd in de stad de man onthoofd, Bailly, die als eerste de bewegingen der manen bestudeerd had. En toen de Terreur voorbij was mocht Laplace als eerste de feestvierende menigte in de plantentuin toespreken en uitleggen dat het zonnestelsel echt stabiel is. Bonaparte die de macht greep maakte hem minister en senator. In dit boek wordt dit alles, en meer, door Laplace zelf verteld. Het is een vrij directe manier om zijn verleden aan de orde te stellen. Verantwoord? Ja, er zijn bronnen voor, maar vaak incompleet terwijl de belangrijkste zoek kunnen zijn, en bij tegenstrijdigheden moeten keuzen gemaakt worden. Historici denken dan aan een rationele reconstructie van het verleden. De schrijver van dit boek, die diverse historische figuren op zich in heeft laten werken, verlaat zich op empathie en gevoelsmatige logica.