Samenvatting
Dit boek is een inleiding in de projectieve meetkunde die mede gebaseerd is op de ervaringen van de auteur met onderwijs aan de lerarenopleiding. De meetkunde staat opnieuw in de belangstelling in onderwijs en onderzoek en het boek is, behalve voor studenten, dan ook bedoeld voor allen die hun kennis van de meetkunde willen opfrissen. Hoewel dit boek vele klassieke resultaten bevat zoals de stellingen van Pappos, Desargues en Pascal, is de opzet niet conventioneel. Uitgangspunten en axiomatiek worden op verschillende plaatsen besproken, maar de tekst is niet volgens een onverbiddelijk systeem van spelregels opgebouwd. Dit komt, zonder in ataxie te vervallen, de levendigheid van de behandelingen zeer ten goede. In het eerste deel van dit boek worden projecties als uitgangspunt genomen: aan de samenhang met de leer van het perspectief, die zoveel heeft bijgedragen aan de projectieve meetkunde, wordt veel aandacht besteed. Het tweede deel geeft resultaten voor kegelsneden (de ingenieuze verhandeling van Pascal over dit onderwerp is als appendix opgenomen), het derde deel gaat over meetkunde met coördinaten. Aan elk deel is een vraagstukkenverzameling toegevoegd.