Fragment
De medium care blijkt niet ver weg te zijn van de intensive care en de familie neemt plaats.
Na ongeveer een half uur wordt de deur van de wachtkamer open gedaan, er komt een mannelijke verpleger binnen lopen en begroet de familie. ‘’We hebben het vermoeden dat Noa op het tegengif van morfine zal reageren dus dat gaan we haar nu geven’’. ‘’Mogen we daar bij zijn?’’ vraagt Anouk en staat al op. ‘’Ja, als u maar rustig bent want zoals u al weet kan Noa slecht tegen prikkels’’. De medium care is een gesplitste kamer, afgeschermd met een licht geel gordijn. Noa ligt aan de linkerkant en een oudere vrouw aan de rechterkant. De verpleger haalt het dopje van Noa’s infuus eraf en duwt de injectienaald in, hij sluit het dopje en kijkt naar de monitor. Anne staat het dichtst bij want de anderen kunnen slecht tegen naalden. En binnen een paar seconden doet Noa 1 oog open en kijkt woest rond. ‘Daar is ze met haar allermooiste bruine ogen’ denkt Anne en krijgt een glimlach van oor tot oor. Deze woeste blik herkende ze van Noa als ze ruzie hadden, ‘wees maar boos No, we begrijpen het’. Noa schokt een paar keer met haar benen en roept dat ze pijn heeft maar binnen een paar seconde valt ze weer weg.
×