Samenvatting
Komt Polle in de dierentuin
dan vraagt hij zich steeds af:
'Wie schildert al die vlekken
op het lijf van een giraf?
En waarom zijn die zebrastrepen
nooit eens roze met blauw?
Wie zet er al die ogen
in de veren van een pauw?' Op de cadans van het kenmerkende taalgebruik van Erik van Os en Elle van Lieshout huppelt Polle naast zijn opa door de dierentuin. Bij alle prachtige, door Alice Hoogstad leven ingeblazen dieren heeft Polle de meest bijzondere vragen. Vragen waardoor je jezelf eens op het hoofd krabt: tja, hoe zit dat eigenlijk? En nog beter naar de vrolijke bontebeestenstoet gaat kijken. Gelukkig is Polles opa lekker nuchter: Polles opa schudt zijn hoofd
en zegt alleen maar dit:
'Weet jij waarom je neus
niet aan je billen zit?'