Samenvatting
De precieze aard van de rechtsverhouding tussen leerling, ouders en school in het primair en voortgezet bekostigd onderwijs is geen uitgemaakte zaak. De wet zwijgt hierover en de rechtspraak biedt geen uitsluitsel. De literatuur ziet verschillende mogelijkheden, van civielrechtelijke, bestuursrechtelijke of gemengde aard, met referte aan onder meer het onderscheid tussen openbaar en bijzonder onderwijs en publiekrechtelijke normering van het onderwijs. Dit proefschrift bekijkt de rechtsverhouding tussen leerling, ouders en school vanuit contractenrechtelijk perspectief. Het neemt als uitgangspunt dat de rechtsverhouding gekwalificeerd kan worden als overeenkomst: een onderwijsovereenkomst. Wat brengt toepassing van het contractenrecht in de onderwijsverhouding mee? Wat heeft het contractenrecht de onderwijsverhouding te bieden? Fundamentele leerstukken van het contractenrecht op het gebied van de totstandkoming, de inhoud en de remedies worden toegepast in de context van het onderwijs, telkens met inachtneming van publiekrechtelijke normen. Dit boek wil geen uitsluitsel geven over het antwoord op de vraag of de rechtsverhouding in het primair en voortgezet onderwijs een overeenkomst is. Veeleer biedt het aanknopingspunten ter ondersteuning van een keuze voor de overeenkomst als kwalificatie van de rechtsverhouding.