Samenvatting
Dit onderzoek richt zich op pro-formazittingen. Dit zijn openbare zittingen in strafzaken die worden gehouden omwille van de inachtneming van de termijnen van de voorlopige hechtenis en waarbij inhoudelijke behandeling van de strafzaak achterwege blijft. Over het nut van proformazittingen bestaat de nodige discussie. Een goed beeld van de praktijk van pro-formazittingen heeft echter tot dusver ontbroken. In deze studie wordt aan de hand van kwantitatief en kwalitatief onderzoek de frequentie, organisatie en praktijk van pro-formazittingen (de regiezitting inbegrepen) bij de rechtbanken en gerechtshoven in beeld gebracht. Tevens wordt gereflecteerd op de daaruit gebleken knelpunten en nagedacht over mogelijke oplossingen. Deze studie moet worden bezien tegen de achtergrond van het wetgevingsprogramma Modernisering Wetboek van Strafvordering en meer algemeen de problematiek van de voorlopige hechtenis en de overgang van het voorbereidend onderzoek naar het eindonderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het WODC door medewerkers van het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden. Uit het onderzoek blijkt dat pro-formazittingen zeer frequent voorkomen terwijl het voortduren van de voorlopige hechtenis niet het enige onderwerp is dat aan de orde komt. Zij worden namelijk ook gebruikt voor het voeren van regie. Vanuit een oogpunt van efficiency bestaan er ten aanzien van pro-formazittingen de nodige knelpunten. Het verrichte onderzoek laat echter een veld in transitie zien. Daarbinnen worden allerlei initiatieven ontplooid die er op zijn gericht de samenwerking tussen zittende magistratuur en Openbaar Ministerie te versterken, mede om de output te vergroten en onnodige aanhoudingen te voorkomen. Er is niettemin behoefte aan spelregels voor wat betreft het voeren van regieben het moment waarop het onderzoek van de rechter-commissaris aan de zittingsrechter wordt overgedragen.