Samenvatting
'Hier zijn we dan. Mijn naam was Eileen Dunlop. Nu ken je me. Ik was destijds vierentwintig jaar oud en had een baan als secretaresse in een particuliere jeugdgevangenis voor tienerjongens, waar ik zevenenvijftig dollar per week voor kreeg. Laten we het Moorehead noemen. Delvin Moorehead was een verschrikkelijke huisbaas die ik jaren later had, en het voelt toepasselijk om zijn naam te gebruiken voor zo'n plek. Over een week zou ik weglopen van huis en nooit meer terugkeren.
Dit is het verhaal van mijn verdwijning.'
Het zijn de vroege jaren zestig en de eenzame Eileen Dunlop leidt een uitzichtloos bestaan. Ze werkt in een jeugdgevangenis net buiten Boston en haar avonden bestaan uit het zorgen voor haar vader, een onverbeterlijke alcoholist. Eileen dagdroomt over een ontsnapping aan de sleur, en doodt de tijd met winkeldiefstal, het stalken van gevangenbewaarder Randy en haar vaders troep opruimen.
Wanneer op Moorehead een nieuwe begeleider wordt aangenomen, kan Eileen geen weerstand bieden aan wat het begin lijkt van een mooie vriendschap. Haar affectie voor deze nieuwe vriendin Rebecca maakt haar uiteindelijk medeplichtig aan een misdrijf dat haar wildste fantasieën overstijgt.
Deze choquerende, fascinerende en duistere debuutroman, verteld in de traditie van Shirley Jackson en het vroege werk van Vladimir Nabokov, introduceert een van de meest originele nieuwe stemmen in de hedendaagse literatuur.