Samenvatting
Met Eiland van gisteren schetst Nico Dros, geboren Texelaar, het eiland in al zijn kleuren. Hij weet aan Texel, naast drama en vlijmend leed, een ruwe lieflijkheid te geven die de lezer blijmoedig stemt. De tien verhalen van het eerste deel roepen een rustieke samenleving op zoals die ruim een halve eeuw geleden nog bestond. In het tweede deel – over het eiland van eergisteren (1850– 1925) – maken we kennis met het dagboek van Jacob Huizinga, een doopsgezinde vermaner die probeerde zijn kerkvolk van drank en ontucht af te brengen, het verhaal van Frerik van der Vis, een visserman die zijn leven in een berijmd volksepos gestalte gaf en Floris Dekker, een ‘ziener’ die de patriarch werd van een kleine gemeenschap in een kwijnende polder. Het boek eindigt met een montere beschouwing over het Tessels, een streektaal die op sterven na dood is. Maar Dros wekt haar tot leven.