€ 25,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Eenhoorn Academie

Lagacy - deel 1

M.Bierenbroodspot • Boek • hardback

  • Samenvatting
    Ember droomt al haar hele leven van paardrijden, maar haar moeder verbiedt het streng. Elke keer dat Ember het onderwerp aansnijdt, reageert haar moeder steeds bozer, alsof er een geheim achter schuilt.



    Op een dag verschijnt er een professor van een magische academie, vol eenhoorns, Pegasus en andere betoverende wezens. Ze onthult dat Ember een 'legacy' is, omdat haar vader – die lang geleden is overleden – ook een eenhoornruiter was op de Eenhoorn Academie. Voor Ember ligt er nu een plek klaar op deze bijzondere school. Na veel aandringen en een paar onverwachte magische ongelukken geeft haar moeder eindelijk toestemming om Ember naar de academie te laten gaan.



    De academie lijkt eerst een droom: een betoverende plek vol magie, vriendschap en vooral eenhoorns. Maar al snel ontdekt Ember dat het duistere kwaad dat haar vader ooit ten val bracht, toch niet verslagen is. Kan Ember, samen met haar vriendinnen, het kwaad stoppen voordat het de academie en iedereen daarin vernietigt?
  • Productinformatie
    Binding : Hardback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 148mm x 210mm
    Aantal pagina's : 295
    Uitgeverij : fantasy publishing
    ISBN : 9789465113746
    Datum publicatie : 11-2024
  • Inhoudsopgave
    niet beschikbaar
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 25,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Het was nog vroeg in de ochtend toen Ember voor de spiegel stond in haar kamer. De afgelopen weken waren een waas van emoties geweest, maar nu was het moment echt aangebroken. Voor haar stond de spiegel, die langzaam begon te gloeien en zijn vorm leek te vervormen. Het portaal naar de academie. Ze keek naar haar moeder, die stilzwijgend naar haar terugkeek, haar ogen glinsterden van opkomende tranen. Haar stiefvader stond naast haar, zijn hand rustend op haar schouder. “We zijn trots op je, Ember,” zei hij zacht. Haar moeder glimlachte zwak en knikte. Ember voelde een golf van emoties opkomen, maar ze wist dat dit afscheid onvermijdelijk was. Ze omhelsde hen beiden stevig en liet toen haar hand zachtjes de spiegel aanraken. Het voelde alsof ze in het water stapte; een lichte zuiging trok haar naar voren en voor ze het wist, stond ze in een enorm grote hal. ze was omringd door onbekende gezichten en de gehaaste bewegingen van de Gnomes die
47hun taken uitvoerden met een streng en doelgericht tempo. Haar hart bonkte in haar borst terwijl ze om zich heen keek naar de muren die zo hoog reikten dat ze het plafond nauwelijks kon zien. Er was iets magisch aan deze plek, iets dat haar deed beseffen dat ze hier niet zomaar was. Het was een totaal andere wereld dan de veiligheid van haar huis, waar ze haar familie net vaarwel had gezegd. Een Gnome, een klein wezen met een leerachtige huid en donkere ogen, liep langs haar en keek haar vluchtig aan. Zijn norse houding en de rimpels op zijn gezicht maakten hem een beetje intimiderend. "Naam?" vroeg hij kortaf. "Ember," antwoordde ze zachtjes, niet zeker van wat er zou gebeuren. De Gnome knikte en wees haar naar een koets die verderop klaarstond. "Jurre gaat met jullie mee," zei hij snel, voordat hij zich weer naar de volgende leerling draaide. Ember liep naar de koets en zag dat er al twee anderen zaten: een meisje met een warme glimlach en een jongen die nors voor zich uitstaarde. "Hoi," zei het meisje met een opgewekte stem. "Ik ben Hester." "Ember," antwoordde ze, terwijl ze zich naast haar neerzette. De jongen in de koets keek niet op, maar Hester gaf een korte knik naar hem. "Dat is Lars. Hij heeft er nogal veel vertrouwen in dat hij bij Vuur hoort." Lars snoof, zijn ogen nog steeds gefocust op de grond. "Mijn hele familie zit in Vuur. Natuurlijk kom ik daar terecht." Ember wist niet goed wat ze daarop moest zeggen, dus bleef ze stil terwijl ze zich op haar gemak probeerde te voelen in de kleine ruimte van
48de koets. Net toen ze zich afvroeg wanneer ze zouden vertrekken, werd de deur van de koets opnieuw geopend, en de Gnome die haar eerder had geroepen stapte in. Hij had een harde, leerachtige huid en een klein, scherp gezicht. "Mijn naam is Jurre," bromde hij terwijl hij plaatsnam. "Ik ga ervoor zorgen dat jullie veilig bij de academie komen. Dit is de enige manier om boven te komen, dus hou je goed vast." Ember keek naar hem, haar ogen wijd. "Hoe bedoelt u, de enige manier?" vroeg ze aarzelend. Jurre keek haar aan met een frons. "Er is geen gewone weg naar het kasteel," legde hij uit. "We bevinden ons hoog in de bergen, verborgen voor de wereld. Mensen kunnen deze plek niet zomaar vinden. De enige manier om de academie te bereiken is met deze koetsen, getrokken door pegasus. We vliegen, simpel gezegd." Hij keek naar haar met een soort tevreden glimlach, alsof hij het leuk vond om de leerlingen zenuwachtig te maken. Ember slikte en keek naar buiten, waar de koetsen zich al klaarmaakten voor vertrek. De pegasus met hun sterke, majestueuze vleugels stonden klaar, klaar om hen omhoog te trekken naar een plek die voor gewone mensen onbereikbaar was. "En... waar gaan we precies heen?" vroeg Ember, zich plotseling afvragend wat haar te wachten stond. Jurre’s ogen fonkelden even in het zachte licht van de hal. "Jullie gaan naar kasteel Essar," zei hij met een lage stem. "Het is een groot, modern kasteel, en het ligt aan de rand van het Meer der Zielen. Een donkere plek, met water dat zo diep en oud is dat niemand
49echt weet wat er onder het oppervlak ligt." Ember huiverde bij het idee, maar Jurre leek het met een zekere trots te zeggen, alsof het kasteel en het mysterieuze meer deel uitmaakten van zijn eigen geschiedenis. De koets begon zachtjes te bewegen, en Ember voelde hoe haar maag zich omdraaide toen de vleugels van de pegasus zich langzaam begonnen uit te slaan. Ze stegen op, hoger en hoger, totdat de grond onder hen verdween en ze door de dikke wolken heen vlogen. Ze kon nauwelijks geloven dat ze in een koets zat die door de lucht zweefde. Terwijl ze uit het raam keek, probeerde ze zich voor te stellen wat haar te wachten stond in dat mysterieuze kasteel aan het meer. De spanning was bijna ondraaglijk. Jurre leunde achterover in de koets, tevreden met zijn uitleg, maar Hester zag de verwarring op Ember’s gezicht. "Ik denk dat hij jullie genoeg heeft laten schrikken," zei ze met een glimlach. "Wat Jurre niet heeft verteld, is hoe het echt werkt met de afdelingen. Als we aankomen, gaan we naar de Kamer van de Zieners. Daar staan vijf voorwerpen die elk bij een element horen: een fluit voor Lucht, een eikel voor Aarde, een kom water voor Water, een gloeiend kooltje voor Vuur, en een kristal voor Geest. Je moet er een aanraken, en als het begint te gloeien, weet je dat dat jouw element is." Ember luisterde aandachtig, haar hart bonsde in haar borst. "En wat als ik het verkeerde voorwerp kies?" vroeg ze, bezorgd dat ze zou falen op haar allereerste dag. "Dat kan niet," zei Hester geruststellend. "Je kiest het juiste. Je voelt het gewoon, het
50roept je. Het is alsof het voorwerp bij je hoort, nog voordat je het aanraakt." Ember voelde zich iets rustiger, maar de onzekerheid bleef knagen. Terwijl de koets verder door de lucht vloog, begon het landschap onder hen te veranderen. De bergen torenden hoog boven de wolken uit, en voor hen verscheen het kasteel Essar, schitterend in het licht van de opkomende zon. Het was een enorm bouwwerk, met hoge torens die uitkeken over een meer dat eruitzag alsof het de ziel van de wereld in zich droeg. Het water glinsterde donker, en Ember kon niet anders dan zich afvragen welke geheimen zich onder het oppervlak bevonden. Dit was de plek waar ze de komende jaren zou doorbrengen. Dit was haar nieuwe thuis. De koets daalde langzaam af, en Ember voelde haar maag in haar keel toen de vleugels van de pegasus een paar laatste krachtige slagen maakten. Het kasteel Essar kwam steeds dichterbij, en met elke seconde voelde Ember de spanning in haar borst toenemen. De koets zweefde gracieus naar beneden, en zodra de wielen de grond raakten, ging er een lichte schok door haar heen. Hester keek naar haar met een geruststellende glimlach. "We zijn er," zei ze zachtjes, terwijl ze de deur van de koets openduwde en naar buiten stapte. Ember volgde haar, haar ogen groot terwijl ze om zich heen keek. Het terrein rondom het kasteel was levendig en vol beweging. Overal waar ze keek, zag ze eenhoorns, pegasus en gewone paarden in allerlei verschillende kleuren. Er waren stralend witte paarden die bijna licht gaven in de zon, diep
51donkerrode eenhoorns met glanzende manen, gitzwarte pegasus met vleugels die majestueus aanvoelden, en bruine paarden die rustig over het gras liepen. Het was een magisch gezicht, iets wat ze alleen uit verhalen kende, maar nu stond ze er middenin. Ze voelde een lichte trilling van opwinding in haar buik. De lucht was koel en fris, en het geluid van hoefgetrappel vulde de ruimte terwijl leerlingen en personeel zich over het terrein bewogen. Ze zag jongere leerlingen lachen en rennen, terwijl oudere leerlingen zich in groepjes hadden verzameld om elkaar te begroeten. De sfeer was geladen met energie en verwachtingen, maar tegelijkertijd voelde het veilig, alsof dit een plek was waar iedereen op zijn eigen manier thuishoorde. Een van de Gnomes, Jurre, stapte uit de koets en keek even naar Ember, maar zei niets. Hij draaide zich om en liep vooruit, zijn kleine leren handen grijpend naar een stok die hij over zijn schouder droeg. Ember voelde een lichte aarzeling voordat ze volgde, maar Hester gaf haar een bemoedigende knik. Lars liep zwijgend naast hen, zijn blik nog steeds vastberaden en naar binnen gericht. Ze gingen op weg naar de grote deuren van het kasteel, die zo hoog waren dat ze bijna de lucht leken aan te raken. Toen ze eenmaal de massieve houten deuren hadden bereikt, openden deze zich met een diep gerommel dat door de stenen muren van het kasteel weerklonk. Ember staarde omhoog naar de indrukwekkende architectuur. Essar was modern maar met een oude, tijdloze grandeur. De muren waren bedekt met
52inscripties die flonkerden in het zonlicht, en de ramen reikten hoog, zo hoog dat ze bijna de hemel leken aan te raken. Overal zag ze de prachtige dieren rondlopen, hun hoeven zacht tikkend op de stenen paden. Terwijl ze door de poorten liepen, voelde Ember de magie van de plek zich om haar heen wikkelen. Ze had nooit eerder een plek ervaren die zo levend aanvoelde, alsof het kasteel zelf hen verwelkomde. Hester leunde naar haar toe en fluisterde: "Dit is nog maar het begin. Wacht maar tot je binnen bent." Ember liep samen met Hester en Lars door de grote deuren van het kasteel, terwijl het geluid van hun voetstappen door de immense hal weerkaatste. De muren waren gemaakt van donker steen dat in het licht van de fakkels glinsterde, en het plafond reikte zo hoog dat Ember er duizelig van werd als ze er te lang naar keek. Het voelde alsof ze door de gangen van een tijdloos fort liep, een plaats vol geschiedenis en geheimen. Overal om hen heen bewogen andere leerlingen zich haastig door de gangen, sommigen al jaren op de academie, terwijl anderen net als zij nieuw en onzeker waren. De koetsen bleven achter hen op de binnenplaats, waar de pegasus rustig stonden te wachten, hun enorme vleugels langzaam wiegend in de zachte wind. Jurre liep voor hen uit, zijn kleine voeten tikten ritmisch op de stenen vloer, terwijl zijn scherpe ogen elke beweging in de hal leken te registreren. Hij had hen alles verteld over het kasteel en het mysterieuze meer, maar nu bleef hij stil, zijn blik gefocust op de weg voor hen. Ember voelde een
53lichte rilling door haar heen gaan toen ze zich realiseerde dat dit haar nieuwe thuis zou zijn. Het kasteel Essar was prachtig en indrukwekkend, maar het had ook iets mysterieus en zelfs beangstigends, alsof de muren oude geheimen verborgen hielden die ze nog niet mocht ontdekken. Ze volgden Jurre door een smalle gang die uitkwam op een grote trap, de treden waren glad en leken haast versleten door de eeuwen heen. Ember kon het niet helpen om zich af te vragen hoeveel studenten voor haar deze trap hadden beklommen, hoeveel levens hier waren veranderd. Ze voelde haar hart sneller kloppen toen ze de trap op liep. Elke stap bracht haar dichter bij haar nieuwe leven, een leven dat ze zich nog nauwelijks kon voorstellen. Terwijl ze verder liepen, hoorde ze het verre geluid van hoefgetrappel en het zachte gehinnik van de eenhoorns en pegasus die vrij over de binnenplaats liepen. De lucht was gevuld met de geuren van vers gras en een vleugje magie, alsof de wereld zelf doordrongen was van de energie die uit het kasteel stroomde. Toen ze eindelijk de top van de trap bereikten, bleef Jurre staan en draaide zich naar hen om. Zijn kleine ogen glinsterden ondeugend terwijl hij naar de zware deuren wees die voor hen lagen. "Hier begint het pas echt," gromde hij met een flauwe glimlach, waarna hij de deuren open duwde en een brede, ronde kamer zichtbaar werd. Ember hield haar adem in terwijl ze naar binnen stapte. Dit was de Kamer van de Zieners, de plaats waar haar lot zou worden bepaald. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen