Samenvatting
De mensheid leeft nog in de overgang van een dierlijk naar een humaan bestaan. Dit wordt gekenmerkt door onder meer zaken als oorlogen, geweldpleging en inhumaniteit. Geen wonder. Het hele aardoppervlak is tegenwoordig verdeeld over staten, gemeenschappen die eigen belangen nastreven. Het is dit statenstelsel dat een beletsel vormt voor een snelle en effectieve aanpak van de grote problemen, als blijvende vrede, veiligheid en bewoonbaarheid van de aarde. Dit zijn immers mondiale problemen. Het statenstelsel verdeelt de mensheid in vijandige eenheden en vormt de politieke barrière voor een oplossing ervan. Er is maar één oplossing voor deze situatie en dat is een einde maken aan de soevereiniteit van de 193 staten. Ontneem hun het recht op een eigen politiek beleid, op het dwarszitten en bedreigen van andere landen, op het bezit van eigen strijdkrachten, op het plegen van inhumane daden. En wie moet ons dan besturen? Een wereldregering! Een regering die uitsluitend oog heeft voor de wereldproblemen. Want de oplossing daarvan gaat voor op plaatselijke problemen. Zonder een mondiale autoriteit staat de mensheid met lege handen. Dago Steenis (1925) heeft een opvallend positief boek geschreven, dat eigenlijk meer is dan een boek, het is een doorgeefbare gedachte. Niet pamflettistisch, maar in de sfeer van een betoog. Voor Steenis is de geschiedenis geen lineair begrip, geen statisch proces, zonder voortgang. Integendeel. De geschiedenis laat juist zien dat we reden hebben om optimistisch te zijn. De ontwikkelingen van de mensheid zijn evolutionair, en een steeds bredere ontvouwing van menselijke ontplooiing en potentie. Sinds het ontstaan van cultuur heeft de mens gaandeweg de natuurlijke evolutie vervangen door cultuurlijke evolutie.