Samenvatting
Na een roerige jeugd weet Char het zeker, zijn roeping is dichter. Hij raakt bevriend met de dichter Paul Éluard en de nog jonge Pablo Picasso en sluit zich aan bij de surrealisten. Geleidelijk maakt hij zich daar ook weer van los. Na de oorlog pakt hij zijn literaire activiteiten weer op, met een stroom aan publicaties als resultaat, meest gedichten maar ook toneel en een hoorspel. Zijn bekendheid groeit. Albert Camus, Georges Braque en Nicolas de Staël behoren tot zijn vrienden. Pierre Boulez zet gedichten van hem op muziek. Kandinsky, Miró, Picasso, Matisse, Braque en Giacometti illustreren werk van Char. In 1983 wordt zijn oeuvre opgenomen in de Pléiadereeks. In 1988 overlijdt hij in Parijs en wordt in L’Isle-sur-la-Sorgue begraven. Een jaar voor zijn dood werd de Franse dichter René Char (1907-1988) gevraagd een keuze uit zijn gedichten voor te lezen. Een selectie uit die keuze wordt hier als bloemlezing aangeboden. De gedichten, afgedrukt zowel in het Frans als het Nederlands, worden kort toegelicht. Ze bestrijken een periode van 1927 tot 1982, kortom de hele periode waarin Chars oeuvre tot stand kwam. René Char (L’Isle-sur-la-Sorgue, 14 juni 1907 - Parijs, 19 februari 1988), is een van de belangrijkste Franse dichters van de vorige eeuw. Char was de eerste die al bij leven in het Pantheon van de Franse letterkunde werd opgenomen, de Bibliothèque de la Pléiade. Bij IJzer verschenen eerder in tweetalige uitgave de integrale vertalingen van: Le marteau sans maître /De onbeheerde hamer Fureur et mystère / Woede en mysterie