Samenvatting
De structuur van het huidige vermogensrecht is het product van een lange historische ontwikkeling waaraan geen overkoepelend ordeningsprincipe ten grondslag heeft gelegen. De regelgever heeft haar gaandeweg geschapen teneinde antwoord te geven op de, min of meer toevallige, kwesties die zich voordeden. De auteur noemt dit de maatschappelijke structuur van het vermogensrecht en plaatst die tegenover een natuurlijke, universele structuur. Onder dit laatste wordt een elementaire opbouw verstaan die wordt bepaald door het begripsvermogen van de mens, waarbinnen deze nadenkt over de vrijheden van personen ten opzichte van voorwerpen.
Uitgaande van deze 'universaliteitstheorie' presenteert de auteur via de (logisch-deductieve) geometrische methode een alternatieve structuur van het vermogensrecht. Een erkenning van die elementaire 'blauwdruk' verhoogt in potentie de eenheid, wendbaarheid en voorspelbaarheid van het
vermogensrecht. Het faciliteert ook een soepele omgang van het vermogensrecht met moderne fenomenen en veranderende eigendoms opvattingen. In het boek wordt de huidige en de alternatieve vermogensrechtelijke structuur aan een toetsingskader getoetst, opdat de lezer de kwaliteit ervan kan bepalen.