Samenvatting
Eind 1942 stelden Arie Bakker en Evy Beer hun huis open voor joodse onderduikers. Voor ze het wisten zaten ze met z'n allen midden in het ondergrondse werk. Met z'n negenen kwamen ze de hongerwinter door. Het was een bijna bovenmenselijke prestatie, waar na de oorlog niet meer over gesproken werd. Carla van Beers ontdekte aan de hand van nagelaten brieven, foto's en documenten hoe ze vervalsingen maakten, onderduikers “verzorgden”, in contact stonden met “ambtelijke knoeiers” en meewerkten aan de ontsnappingslijn voor Palestinapioniers. Met het verhaal van de Tak van Poortvlietstraat 20 in Delft komt het dagelijks leven van de jaren '40-'45 voor de naoorlogse generaties heel dichtbij en laat het zien hoe de joodse onderduikers met hun niet-joodse helpers het verzet tegen de nazi’s vorm gaven.