Samenvatting
Ze was een de eerste vrouwelijke dirigenten van Nederland. Ze trad op in het Concertgebouw met een eigen kamerorkest, maar haar carrière werd getorpedeerd door de oorlog. Toen de nazi’s binnenvielen, ontbond ze haar orkest en werd ze, hoewel van joodse afkomst, actief in het verzet: ze was een van de drijvende krachten achter de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister in 1943. Na de oorlog vertrok ze, volkomen ontgoocheld, aan boord van het passagiersschip Queen Mary naar Amerika, om nooit meer in Nederland terug te keren. ‘Ik ben vijftig jaar te vroeg geboren,’ zou ze vlak voor haar dood verklaren. Het is een intrigerende zin. Zou de vrouw die in haar jonge jaren door een gezaghebbend muziekrecensent werd getypeerd als ‘een dirigente die op weg is om een gewichtige factor in de Nederlandse muziekcultuur te worden’, in deze tijd wereldwijde faam hebben verworven? Hoe het zij, de prachtige carrière die ze in de Verenigde Staten had, is in Nederland onopgemerkt gebleven. Maar in dit boek wordt Frieda Belinfante (1904-1995), celliste, dirigente, verzetsvrouw en lesbienne avant la lettre, eindelijk uit de schaduw getrokken en in het volle licht geplaatst. En terecht, want een ding staat vast: ze behoort tot de groten van Nederland.