Samenvatting
‘Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet’ staat er in Hebreeën 11 vers 1. Als je gelooft, zijn het woorden die houvast bieden, een fundament geven. Maar wat moet je met die woorden als je niet gelooft? Geloven lijkt dan iets ongrijpbaars. Iets wat ergens in de atmosfeer zweeft en waar je bij kunt of niet. Gelovigen kunnen er ook zo vaag over praten, alsof ze zelf ook geen idee hebben wat het precies inhoudt. En dan zijn er nog de vragen die je bij het leven kunt stellen, of bij dat ingewikkelde boek, de Bijbel? Het leven biedt toch genoeg omstandigheden die je doen twijfelen aan het bestaan van een liefhebbende, persoonlijke God? En de Bijbel… is dat niet een samenraapsel van onwetenschappelijke overleveringen en onsamenhangende tegenstrijdigheden? Hoezo een pleidooi voor geloof; er pleit meer voor ongeloof! Lee Strobel dacht ooit ook zo. In zijn boek Een pleidooi voor geloof zet hij de acht grootste bezwaren tegen het christendom op een rijtje. Bezwaren als: het bestaan van het lijden, het kwaad en de hel, het niet wetenschappelijk kunnen bewijzen van wonderen, de evolutietheorie, de arrogantie te beweren dat Jezus de enige weg tot God is. Hij gaat in gesprek met deskundigen en zet hun reacties op deze bezwaren op een rijtje. Lees en oordeel zelf. Lee Strobel schreef ook de bestsellers Bewijs genoeg (over de historische bewijzen voor het leven van Jezus Christus) en Feiten genoeg (over de wetenschappelijke bewijzen voor het geloof in de schepping en de Schepper).