Samenvatting
Wat begon als een romantische wandeling door de Londense dierentuin, ontaardt al snel in een ruzie over hun toekomst samen. John Cromartie is stapelverliefd op Josephine Lackett, maar beschuldigt haar ervan niet hetzelfde voor hem te voelen. Hoe durft hij aan haar te twijfelen! 'Je zou opgesloten moeten worden en tentoongesteld, hier in de dierentuin!' Ze bedoelde het vast niet zo letterlijk, maar eenmaal thuis schrijft meneer Cromartie een brief aan het bestuur van de dierentuin. Is het niet vreemd, vraagt hij, dat de dierentuin zich laat voorstaan op zijn vrijwel complete verzameling dieren, maar dat er geen mens is opgenomen in de rij mensapen? Wonderwel geeft de directie hem gelijk; er wordt een kooi tussen de orang-oetan en de chimpansee voor hem ingericht met een tapijtje, leesstoel en boekenkast, en een klein privékamertje erachter met een bed en badkamertje. De eerste dag staat er een handjevol mensen voor zijn tralies naar binnen te kijken - wat is hier de bedoeling van? Maar elke dag wordt het publiek groter, en al snel wordt er in heel Engeland over meneer Cromartie gepraat. Hij gaat zo op in zijn nieuwe rol dat de gedachte pas laat in hem opkomt: wat als Josephine opeens tussen de toegestroomde dagjesmensen staat? Komt het ooit nog goed tussen hen? Als ze weer oog in oog staan, zou ze dan alsnog voor een toekomst met hem samen kiezen - zelfs al is het voor het oog van de wereld? Met Een man in de dierentuin werd David Garnett definitief onthaald als groot literair talent. Net als in Vrouw of vos slaagt hij erin ons het onvoorstelbare zo boeiend te vertellen, dat wij er volledig in meegaan.