Samenvatting
Vol goede moed en hooggespannen verwachtingen breekt Raf Dewyze met pijnlijke jeugdervaringen en stort zich in de bruisende toekomst, met Lieve aan zijn zijde. Waar zij zich ook bevinden, het geluk straalt van hen af. Beroepsmatig zijn ze alle twee geplaatst. Ze kopen en renoveren een landelijke woning en laten zich daarbij bijstaan door broers en zusters. Een irritante kerel duikt op uit de tijd dat Raf nog koerste, maar dat kan hun vreugde nauwelijks verstoren. Als hun nestje afgewerkt is, verklaart Lieve dat ze klaar is voor haar kinderwens. Maar dan slaat het noodlot toe, in al zijn grilligheid. Raf is er de speelbal van. Op een koude winterdag wekt de zielige toestand van een onschuldig kind zijn bezorgdheid op. Raf wil er iets aan doen maar worstelt nog met zijn eigen problemen. Na een onverwachte ontmoeting zit hij nog dieper in de put. Hij raakt verstrikt in de grillige netten van het noodlot en komt zelfs in de nor terecht. Vol goede voornemens neemt hij de draad weer op, vindt hier en daar enige steun, maar moet tot zijn spijt vaststellen dat in de maatschappij niet alles loopt zoals het zou moeten.