Fragment
Inleiding.
Dit wordt een raamvertelling.
Aan het woord komen mensen die een kaars voor iemand opsteken.
Misschien kom je ze verderop in het boek nog eens tegen, misschien ook niet.
De locatie is een prachtige kerk in een grote stad, zullen we Parijs nemen?
Dan is de Notre Dame een goede keus, daar heb ik zelf bijzondere herinneringen aan.
Ik ben daar drie keer met mijn geliefde geweest, en heb bij die gelegenheid natuurlijk een kaars opgestoken. Dat doe ik in iedere kerk waar ik op vakantie ben, voor de thuisblijvers.
Ik ben er voor de eerste keer geweest toen ik een jaar of achttien was, met een collega.
We hadden allebei een gebroken hart, en hebben ons zeer geamuseerd in Parijs. We liepen alles af wat er was, en zaten tussendoor met onze blote voeten in het bidet, dan konden we er weer tegenaan, je loopt heel wat kilometers in zo’n stad.
Daarna ben ik er nog met anderen geweest, dat heeft minder indruk op me gemaakt, maar die keren met Paul staan in mijn geheugen gegrift. Verleden-heden-toekomst was ons motto.
Ik heb 8 jaar verleden met hem, en in het heden moet ik het allemaal zonder hem doen. Hij is overleden.
De toekomst ziet er onbegaanbaar uit als ik te ver vooruit kijk, maar dag voor dag gaat het wel.
Zo zal het ook zijn voor de mensen die hier een kaars op komen steken.
We zullen onopvallend in een van de banken plaatsnemen, en de mensen volgen die hier komen.
Pie Jesu
Qui tollis peccata mundi
Donna eis requiem
9 augustus 2018
×