Samenvatting
Na een lang traject met veel traumaverwerking is Rosalinde Trijssenaar (1974) geland in een hofje onder een kerk. Van huis uit natuurkundige maar helaas uitgevallen door ziekte wijdt zij zich nu aan vrijwilligerswerk en dichten. Beide met de insteek anderen die met trauma te maken hebben gehad de moed te geven op zoek te gaan naar heling en voorspoed. Met invloeden van Elgar, Emmerson en Dickinson beschrijft Trijssenaar mooie ontwikkelingen in de natuur, stad en in het land. Eerst tijdens de coronacrisis, dan als ze de vertegenwoordiging in gaat en mee mag praten met besturen. Tot slot, als er ineens een kankerdiagnose opduikt, schrijft ze over het proces van bestraling, operaties en weer uitzicht krijgen op een leven vol bloei. Een hofje vol geluk is haar debuut. Het beslaat de jaren 2020 tot 2024. Bij Trijssenaar gaat het over een veilige plek vinden om zware tegenslagen te verwerken, over chronische ziekte en hoe je toch kunt herstellen als je het maar blijft proberen en blijft geloven. De bundel is ontstaan uit de hoop toch nog bij te mogen dragen aan de pracht van het leven.