Fragment
Ermelo
Tegenover mij zit een ouder echtpaar. Vanochtend had ik ze ook al op het station van Groningen gezien.
Ze zeggen niets, behalve als het mannetje, net als ikzelf, koffie bestelt bij het karretje in het gangpad. Zijn koffie gaat in één keer naar binnen en hij zet de beker op het tafeltje tussen ons in.
Verder is het stil; met een beetje geluk heb ik nog vóór Utrecht mijn boek uit.
‘Aalmol ajn!’ verbreekt het vrouwtje opeens de stilte.
Een kort moment denk ik dat ze gaat zingen, maar als ik verbaasd opkijk zie ik dat beiden strak naar buiten turen.
We zijn bij de eendenfokkerijen in de buurt van Ermelo. ‘Oh,’ denk ik: ‘al-le-maal een-den’.
Meteen daarna is het weer stil en ik lees snel verder.
Even later heb ik mijn koffie op. Dit lijkt mij een goed moment om ook iets te zeggen. ‘Zo!’ begin ik en met een overdreven zwaai zet ik mijn beker in de lege beker die op het tafeltje staat.
Alleen is het niet leeg. Het restant koffie sproeit in kleine druppeltjes twee meter in het rond.
En dáár is gelukkig station Utrecht al.
×