Samenvatting
Na haar debuutroman ‘ De burcht van duizend maagden ‘ schreef Myriam Zelderloo opnieuw een historisch verhaal. In een uithoek van Vlaanderen aan de Noordzee, ten tijde van de Spaanse Nederlanden, wordt in 1644 een meisje geboren, Marie Beun. Ze groeit op in een warm nest, een kleine boerderij tussen Oostduinkerke en Wulpen. Nieuwsgierig en vrijmoedig kijkt ze naar de natuur, de dieren en de mensen. In Frankrijk komt een nieuwe koning aan de macht, Louis XIV. Hij ziet alles groot en wil vooral zijn land groter maken. Dreiging en oorlog worden zo een constante in het leven van Marie. Terwijl ook de natuurelementen hun gang gaan is haar bestaan een krachtmeting. Maar Marie heeft het leven lief en zij is sterk. Door de beschrijvingen kun je je een beeld vormen van de toenmalige setting. De dialogen en de afwisseling tussen tragische en hoopvolle gebeurtenissen zorgen voor een aangename leeservaring. Dit boek ontroert en zindert na. Het geeft je zin om de Westhoek te bezoeken en te ontdekken waar dit verhaal zich afspeelde. De grafsteen van Marie hangt in de kerk van Wulpen. De letters zijn onleesbaar geworden, je kan alleen haar in steen gebeitelde naam voelen.