niet beschikbaar
niet beschikbaar
Vaag kan ik in de overspanning nog de tekst lezen die erin gebeiteld is:
Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt
Aan de andere kant van de arcade leunt een man tegen een boom. Hij is lang en hij heeft een donkere krullenkop. Zijn arendsneus staat stevig tussen twee donkere, bijna zwarte ogen. Strak kijkt hij me aan. Zijn blik is ernstig en streng, haast grimmig.
Die tekst… en die vent …
Terwijl ik diep adem haal, loop ik zo nonchalant mogelijk de poort onderdoor. Een seconde later lig ik plat op mijn neus, vlak voor zijn voeten. Mijn sigaret verdwijnt met een fraaie boog tussen de bomen. Het vreselijke dat ik tegen Onze-Lieve-Heer zeg, is eruit voor ik er erg in heb. De man die hoog boven me uittorent, verstrakt zichtbaar.
‘Zwijg! Zitto. Kuis uw taal, vrouwmens. Ge zijt hier dichtbij God.’
Even blijf ik verbluft en verdwaasd op de grond zitten, maar dan wint mijn verontwaardiging het.
‘Fuchsia! Als ik vloeken wil doe ik dat. Wie ben jij wel dat je me kunt commanderen?’
Stuntelig weet ik ondertussen overeind te krabbelen; onze neuzen raken elkaar bijna.
‘Ik ben Dante Alighieri,’ antwoordt hij hooghartig.
‘De goddelijke komedie,’ zeg ik automatisch. ‘Mijn naam is Wilhelmina Joanna Divera Maria de Vries-Kuijken. We zijn collega’s.’
Ik steek mijn hand uit die hij aarzelend accepteert.
×